DEN HAAG - Wat veel boeren na een rampjaar met bse en de mkz-crisis al wel duidelijk was, werd gisteren officieel. Volgens het Landbouw-economisch Instituut (LEI) hebben bijna alle agrarische sectoren in het jaar 2001 een lager inkomen behaald dan in het jaar daarvoor. Alleen de vleeskuikensector en de akkerbouw wisten zich aan de algehele malaise te onttrekken, zo stelde Lei-directeur Vinus Zachariasse gisteren.
"De akkerbouw herstelt zich na twee slechte jaren. Vooral de aardappelboeren doen het goed omdat de consumptieaardappelen goed geprijsd zijn dit jaar", aldus Zachariasse. Door de hogere prijzen zagen poot- en consumptieaardappelboeren hun inkomen met gemiddeld ruim 15.000 per ondernemer toenemen.
Het goede nieuws geldt overigens niet voor de boeren die fabrieksaardappelen telen in het Veenkoloniale gebied in het oosten van Groningen. "Die hebben last van de lagere steunmaatregelen uit Brussel en een andere beleid bij aardappelzetmeelverwerker Avebe. Bij deze groep daalden de inkomens."
Grote winnaars zijn echter de mesters van vleeskuikens. Zij zijn de enige groep die binnen de intensieve veehouderij hogere inkomens en besparingen heeft behaald dan in 2000. Dat is vooral op het conto te schrijven van de gunstige opbrengstprijzen. "Er is dit jaar echt een verschuiving opgetreden van rood vlees naar wit vlees", zegt Lei-onderzoeker Kees de Bont. "Daardoor is bijvoorbeeld het aantal vleesstierenhouders al bijna gedecimeerd." De slachtrunderen zijn door het overgrote aanbod en de veel lagere vraag dit jaar flink gezakt in prijs. De malaise op de vleesmarkt heeft ook gevolgen voor de vleeskalverhouders, die hun situatie sterk hebben zien verslechteren. De schapenhouders, fors getroffen door de mkz-crisis, zagen de resultaten dit jaar juist verbeteren. Dat is vooral toe te schrijven aan hogere opbrengstprijzen en Europese premies.
Hoewel de leghennenhouders dit jaar een lager inkomen behaalden, bleven hun verdiensten toch voldoende om het vermogen aan te sterken.
De grote verliezers zijn de varkenshouders. De opbrengstprijzen in de varkenshouderij zijn dit jaar met zo'n 10% gedaald. Dat leidt, in combinatie met 5% hogere voerprijzen, tot flink verminderde arbeidsopbrengsten. Zo is het gemiddeld gezinsinkomen van een varkenshouder dit jaar met 30.000 tot 50.000 gedaald, waardoor er bijna geen winst meer werd gemaakt. Over drie jaar genomen draaiden de varkensboeren volgens het Lei alleen in het jaar 2000 een goed genoeg jaar om het vermogen weer wat te laten groeien.
Volgens Zachariasse is de ellende in de varkenshouderij ook goed te merken aan het aantal afvallers in de sector. "Door de opkoopregeling zijn er nu veel varkensboeren die ermee ophouden. Binnen een jaar tijd zijn er al 1700 boeren, dat is zo'n 11% van het totaal, afgehaakt. Dan weet je wel dat het water bij veel varkenshouder bovenaan de dijk staat."
Ondanks een hogere melkprijs zagen de melkveehouders hun resultaten dit jaar dalen. Door de perikelen rond bse-koeien en de mkz-crisis zijn de opbrengsten voor verkochte dieren flink gedaald. Ondanks dat er dit jaar meer ruwvoer van het land af kon worden gehaald, stegen de voerprijzen over de hele linie met bijna 5%. Een gemiddelde veehouder zag het gezinsinkomen met zo'n 10% dalen tot ruim 22.000.
Voor de glastuinbouw was 2001 eveneens een tegenvallend jaar. Vooral de telers van groentes als komkommers, tomaten en paprika's hadden het moeilijk. "De prijs van tomaten is met 20% gedaald, terwijl de prijzen voor paprika's en komkommers 10% afnamen. Dat is dus tamelijk dramatisch te noemen", zegt Lei-onderzoeker Johan Bremmer. En dat terwijl de tuinders juist te maken kregen met hogere energieprijzen. Hoewel de glasgroentebedrijven in 2000 nog een goed jaar draaiden, verdienden ze het afgelopen jaar zo weinig, dat de besparingen zelfs negatief uitvielen. Bloemen- en potplantentelers hadden minder last van de malaise, omdat de prijzen voor sierteeltproducten bijna in de pas liepen met de gestegen kosten. De tuinbouw in de open grond kende over de hele linie een gelijk of iets beter resultaat dan vorig jaar. Vooral zomergroenten leverden meer op.
De fruitteelt had door de betere opbrengstprijzen een beter resultaat dan in voorgaande jaren.