De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
ma 17 december 2001  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
PC Thuis 2001 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 2001 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
---
Kopen 
 Speurders 
ElCheapo 
Siteshopper 
---
Met Elkaar 
Chatweb 
Vertel 
Cybercard 
Netmail 
Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
 
  Zwemmen is zilver, keren is goud
   
 

ANTWERPEN - Uitgerekend de hindernissen die voor met name Pieter van den Hoogenband de eerste drie dagen onoverkomelijk bleken in zijn jacht op Europees goud, zijn volgens bondscoach Stefaan Obreno in de toekomst de sleutel tot mondiaal zwemsucces. De trend om op de vrije slag na zowel start als keerpunt met behulp van de vlinderbeenslag het maximaal toegestane aantal van vijftien meter onder water te zwemmen - tijdens de Olympische Spelen van Sydney ingeleid door de Australiër Michael Klim en sindsdien door menigeen gekopieerd - zal binnen een jaar tijd gemeengoed zijn bij de wereldtoppers.

Van een race op de 100 meter zal zeker de helft aan het directe gezichtsveld worden onttrokken, zo concludeert de Vlaming in Nederlandse dienst na vier dagen EK kortebaan in Antwerpen.

"Deze ontwikkeling zal het zwemmen wezenlijk veranderen. Het valt te vergelijken met het vervangen van de wollen zwemkleding door snelle pakken van acryl. Of, om een vergelijking met andere sporten te maken: de introductie bij het wielrennen van het triatlonstuur tijdens de tijdritten en de invoering van de klapschaats bij het langebaanschaatsen. Wie dit goed beheerst, zal op de 100 vrij een tijdwinst van minimaal een halve seconde boeken."

De videobeelden die de Nederlandse ploeg dagelijks maakt in De Wezenberg, leveren volgens Obreno het ontegenzeggelijke bewijs dat het verschil tussen winst en verlies onder water wordt bepaald. Maar de beelden laten in de optiek van de Bruggenaar nog meer zien: "Ook voor Van den Hoogenband en De Bruijn valt er op deze punten nog héél véél te verbeteren."

Het is mede daarom dat de professionele Philips-formatie mei volgend jaar bezoek krijgt van Romain Barnier. De Fransman die zaterdag verrassend het (gedeelde) brons op de 100 vrij pakte, traint in de Verenigde Staten bij de Universiteit van Auburn, het instituut waar ook de door coach Jacco Verhaeren meermalen geconsulteerde starttrainer Dean Hutchinson werkzaam is. Met behulp van Barnier hoopt Verhaeren gemakkelijker aan Van den Hoogenbands vermaledijde draai- en keerwerk te sleutelen. "Hij is een goede trainingspartner, vooral vanwege zijn keerpunten. Het is de bedoeling dat we eerst een soort uitwisselingsprogramma gaan uitvoeren, daarna kijken we hoe het bevalt en of we samen verder gaan. In principe sta ik niet negatief tegenover een eventuele overgang naar onze ploeg. Maar dan moet ik hem wel als een welkome aanvulling beschouwen." Naast Barnier brengt ook de IJslandse rugslagspecialist Orn Arnarsson komend seizoen overigens een bezoek aan het Eindhovense zwembad De Tongelreep.

Verhaeren ontwaarde in Antwerpen, in navolging van vakbroeder Obreno, nog een tendens. "De tijden van de vlinder-, rug- en wisselslag kruipen langzaam maar zeker steeds dichter naar die van de vrije slag, omdat er steeds meer onder water wordt gezwommen en dus minder tijdverlies valt te bespeuren. Een vlinderslagzwemmer als Joris Keizer heeft enorm veel baat bij het onderwaterwerk, al overdrijft hij misschien soms nog een beetje. Maar hij zwemt hier niet voor niets op de 50 vlinder een Nederlands record van Pieter van den Hoogenband uit de boeken. Als je op de vlinder niet goed onder water kunt zwemmen, ben je bij voorbaat kansloos."

Het ontwikkelen van de juiste techniek en het zoeken naar de positie onder water die de minste weerstand oplevert, is een kwestie van maanden, zo niet jaren, doceert Obreno. "Het is een wet in de hydrodynamica dat een zwemmer zo diep onder water moet komen dat het verschil tussen lichaam en wateroppervlakte drie maal de diameter van de borstkas moet zijn. Het duurt minimaal een half jaar voor dergelijke automatismen zijn ingeslepen. Je hebt in Antwerpen ook kunnen zien dat nog vrijwel niemand deze techniek beheerst. De meeste zwemmers blijven steken op hooguit een meter of twaalf. De Europese kampioenschappen langebaan van deze zomer in Berlijn komen nog iets te vroeg, maar tijdens de WK van 2003 in Barcelona zwemmen alle toppers vijftien meter onder water. Tegen die tijd is het een wezenlijk onderdeel van de sport geworden."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


ma 17 december 2001

[terug]
     
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.