DEN HAAG - Het aantal kinderen, dat in Nederland in de prostitutie zit, is de laatste jaren explosief gestegen. Dat stellen de belangenorganisaties ChildRight en Defence for Children International. ChildRight noemt daarbij zelfs een aantal van 15.000, Defence for Children houdt het op 'vele duizenden'.
Politie en justitie stellen eveneens dat de kinderprostitutie in Nederland de laatste jaren is toegenomen, maar zet vraagtekens bij het door Child- Right genoemde aantal van 15.000 kinderen. "Dat cijfer herkennen we niet, het lijkt ons zelfs onwaarschijnlijk. Dit is in ieder geval niet het beeld wat wij hebben", aldus C. den Bakker van de Raad van Hoofdcommissarissen.
Volgens Childright is vooral de stijging van het aantal jonge Nederlandse meisjes alarmerend. Vele duizenden kinderen zouden bovendien volledig in de macht zijn van criminele organisaties, die jaarlijks meer dan een miljard gulden aan omzet in de kinderprostitutie draaien.
ChildRight zegt de cijfers te hebben vergaard bij lokale hulpverlenende instanties en bij vertrouwenspersonen van scholen. Ook zouden rechercheurs van jeugd- en zedenzaken hebben meegewerkt.
De andere organisatie, Defence for Children International, zegt dat het vooral allochtone meisjes, zoals jonge asielzoekstertjes zijn, die in ons land in de kinderprostitutie belanden. Recent nog meldde de organisatie, dat jonge Nigeriaanse meisjes tot prostitutie worden gedwongen, onder meer door het laten zien van een videoband met gruwelbeelden.
Ook de Nederlandse politie stelt, dat er momenteel meer allochtone meisjes in de prostitutie terechtkomen. Behalve om asielzoekstertjes zou het daarbij ook gaan om Oost-Europese meisjes.
ChildRight zegt dat er in ons land te weinig aan het bestrijden van kinderprostitutie wordt gedaan. "De jeugd- en zedenpolitie is permanent onbemand en de planken liggen vol met ernstige zaken", aldus een woordvoerder. Ook zouden de straffen in ons land te laag zijn, waardoor het aantrekkelijk wordt om hier criminele activiteiten op te zetten. Verder zou ook het traject van hulpverlening uiterst onoverzichtelijk zijn, meent ChildRight.