De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 15 december 2001  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
PC Thuis 2001 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 2001 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
---
Kopen 
 Speurders 
ElCheapo 
Siteshopper 
---
Met Elkaar 
Chatweb 
Vertel 
Cybercard 
Netmail 
Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
 
  Het kind in Erik Dekker
   
 

MEERLE - Woensdagavond ligt zijn achtste hoofdprijs voor het grijpen. Op het NOC*NSF-gala in de RAI is hij de voornaamste kandidaat voor de eretitel Sportman van het Jaar. Een welverdiende beloning voor de coureur die de afgelopen twee jaar de ene triomf aan de andere reeg.

En opklom naar de tweede plaats op de wereldranglijst van de UCI. Alleen de Duitser Erik Zabel moet hij nog voor zich dulden. De bekroning van het seizoen was de Wereldbeker, die hij als eerste Nederlander veroverde. Erik Dekker. Groot geworden. Door klein te blijven.

"Papa wint. Dat is normaal. Of Erik Zabel." Met Mickey Mouse-sloffen aan zijn voeten kruipt Erik Dekker weg in het stoffen bankstel en beschrijft hij het koersinzicht van zijn beide zonen. Om het leven vooral niet spannender te maken dan het is, is het aaibaarheidsgehalte van de heer des huizes ouderwets groot. Ook als winnaar van de Wereldbeker en nummer twee van het UCI-klassement weigert Dekker om zichzelf in een reclamepop te veranderen en zijn leven door anderen te laten leiden: "De meeste journalisten hebben liever een half woord van Lance Armstrong, dan vijf minuten met mij."

Hij vindt het prima. Met het roerloze Meerle, net over de grens bij Chaam, als uitvalsbasis en een twee-onder-een-kapwoning met uitzicht op weiland en voetbalvelden als honk lacht het leven de familie Dekker aan alle kanten toe. Ongevraagd: "Bij Eddy Merckx heb ik voor mijn oudste zoon Kelvin een rode racefiets op maat laten maken. Daar moet-ie nog op leren fietsen. Zo ben ik ook begonnen. Op je achtste rijd je een wedstrijd van vier kilometer. Wie het eerst zijn voeten in de pedalen heeft, die wint meestal. Super, dat gevoel heb ik al 23 jaar en probeer ik op Kelvin over te brengen. Hij zit nu op voetbal. Wij hebben ergens op de markt een outfit van het Nederlands Elftal goedkoop op de kop kunnen tikken. Voor onder de kerstboom. De andere spelers lopen in de kleuren van Anderlecht of de Rode Duivels. Meestal zijn ze ook nog eens een jaartje of twee ouder en verliest hij weer met 10-0. Maar hij blijft het prachtig vinden."

Korte stilte: "En wij ook."

Zijn zoontjes Kelvin en David beseffen nog steeds niet, dat hun vader al twee seizoenen lang de internationale sportwereld en zichzelf verbaast. Vier Tour-etappes, de Clasica San Sebastian, de Amstel Gold Race en de Wereldbeker vergulden de afgelopen twee jaar zijn erelijst. Woensdag moet daar de achtste hoofdprijs Sportman van het Jaar aan worden toegevoegd. Vooruitkijkend: "Ik vind dat een heel bijzondere onderscheiding en hoop van harte dat ik het word. In het olympisch jaar heb ik sowieso geen kans. Dat maakt de competitie nog eens zo zwaar. De uitverkiezing van Pieter van den Hoogenband stond buiten kijf. Met dezelfde prestaties en nog een wereldtitel had ik vorig jaar nog niet gewonnen. Nu liggen de papieren anders, maar ik blijf voorzichtig. Anderen kiezen de Sportman van het Jaar. En als ik het niet word? Nou ja, dan heb ik toch hetzelfde gepresteerd." De kristallen bokaal, die na de Ronde van Lombardije aan de eerste Nederlandse winnaar van de Wereldbeker werd uitgereikt, heeft een prominente plaats op een glazen kast gekregen. Daar hoort de trofee meer dan thuis. Het winnen van dit hoogaangeschreven klassement is een prestatie van formaat in een tijd dat de competitie bikkelhard is en talloze vakbroeders het zich kunnen permitteren om slechts één keer per seizoen te 'pieken'.

"Zeg nooit nooit, dat heb ik dit jaar geleerd. Ik was pas een paar weken prof toen ik uit Hoogeveen naar Gemert verhuisde. Dat moest, want dan zat je dichter bij de koersen. In de Wereldbekerwedstrijd van Montreal werd ik elfde. Parijs-Tours sloot ik met een tiende plaats af. Een stormachtig debuut. Daarna duurde het vijf jaar voordat ik opnieuw in een Wereldbekerwedstrijd in de top-tien eindigde. Ik werd wel steeds een betere renner. Na één jaar bij de profs reed ik twee keer zo hard als bij de amateurs. Wedstrijden als Jefke Scherens en de Ronde van Zweden spraken bij het grote publiek natuurlijk veel minder aan dan de grote koersen. Mijn UCI-ranking werd beter en beter. Daar hield ik mij aan vast. Dat was de bevestiging dat ik wel degelijk kwaliteiten had. Het is zeker niet zo dat ik van een nobody zomaar een wereldtopper ben geworden. De laatste stap is echter het moeilijkst. Je kunt grote wedstrijden winnen door slim te zijn. Of door eraan te hangen. Maar je kunt ook grote wedstrijden winnen door de beste te zijn. Dat was ik in de Amstel Gold Race en dat heb ik laten zien. Je rijdt niet zomaar in de finale in je eentje een gat van veertig seconden dicht. En dan ook nog naar een groot renner als Lance Armstrong. In Maastricht heb ik nog even naar Michael Boogerd en mijn andere achtervolgers gezwaaid. Dat gebaar zag er heel stoer uit, maar kwam uit mijn onderbewustzijn. Het was zeker geen bluf want ik was er allerminst zeker van dat ik Armstrong in de sprint zou verslaan." Op die memorabele dag in april manifesteerde de 31-jarige Drent zich als topfavoriet voor de Wereldbeker. Die rol maakte hij zes maanden later meer dan waar. Hoewel de vedette van de Rabobank in de wedstrijden na de Tour niet meer tot scoren kwam, bewees Dekker dat hij en niemand anders het afgelopen seizoen de allersterkste was.

Niet alleen in fysiek opzicht is de allrounder volwassen geworden. Ook mentaal is Erik Dekker niet meer de twijfelaar van een jaar of vier geleden. Destijds fokte hij zichzelf dusdanig op, dat zijn geest ging protesteren en zijn lichaam dienst weigerde.

Een anekdote: "Vier jaar terug reed ik de Ronde van Vlaanderen. Ik had die klassieker pas één keer gereden. Rolf Sörensen won. Nu ging ik winnen. De week ervoor was ik vierde geworden in De Panne. Ik wist dat ik in topvorm was. De dagen voor De Ronde vloog ik in de rondte, zat ik onder de stress. Keihard rusten en maar met de wedstrijd bezig zijn. Die klim, die bocht, potverdorie die derde ronde. Ik heb mezelf zo opgenaaid, dat ik na 100 kilometer met diarree van mijn fiets moest. Je hoopt dat je ziek bent, maar dat is niet zo. Ik stapte weer op met het idee om nog terug te komen. De koers was al gedaan. Op die zondag heb ik geleerd dat ik in mijn extreme voorbereiding veel te veel energie had verloren door zo overspannen met de Ronde van Vlaanderen bezig te zijn. Tuurlijk, ik ben nog steeds onrustig in mijn hoofd. Dat is nu éénmaal mijn aard. Als wij op vakantie gaan of voor een belangrijke wedstrijd ben ik om vijf uur wakker. Dat is de opwinding. Inderdaad, de opwinding van een klein kind."

Dat nooit uit hem is verdwenen. Bij de nieuwelingen reed hij al met een bromfietshelm op zijn hoofd om een weddenschap om vijftig piek te winnen. Langs het parcours van het criterium stond Petra van der Veen uit Roden. 'Wat een arrogante Drent', spookte door haar hoofd. Op het WK voor junioren in Odense en daarna kwam ze hem weer tegen. De vonk sloeg echter pas over in de Ronde van Nederland toen Dekker na de proloog een afspraak maakte. Met zijn twee zoons is zijn vrouw sindsdien zijn grootste supporter. Op de binnenzijde van Dekkers' koffer prijken de foto's van Kelvin en David, maar ontbreekt die van zijn echtgenote. Lachend: "Zij zit in mijn hart." Dankzij zijn gezin kon hij drie jaar geleden het absolute dieptepunt in zijn carrière in het juiste perspectief plaatsen. Voor het WK in Verona werd bij Erik Dekker een te hoge hematocrietwaarde aangetroffen. Hij kreeg een startverbod en kon naar huis. Vele vraagtekens achterlatend. "Jij hebt mij voor mijn vertrek nog gesproken. Uiterlijk was ik toch heel rustig? Ik heb mijn koffers gepakt en ben vertrokken. Toen ik thuis kwam, waren mijn kinderen mijn grootste zorg. Wat gebeurt er met ze? Wat krijgen ze te horen? Aan de andere kant gaven ze mij afleiding en realiseerde ik mij steeds opnieuw hoe groot mijn geluk was."

En als hij het even vergeet, wordt hij er aan herinnerd. "Om zeven uur staan die mannen aan ons bed. Zelfs al ben ik midden in de nacht thuisgekomen, ga ik eruit om hun brood te smeren en met ze te ontbijten. Daarna de krant en een kop koffie. Heerlijk vind ik dat. Ik verbaas mij wel eens over mensen als Bill Gates. Hij heeft honderd miljard en werkt nog honderd uur in de week. En wat denk je van al die goudzoekers op de beurs? Er zijn mensen die hun hele vermogen verspelen. Wees tevreden met wat je hebt!"

Dankzij deze levensfilosofie kreeg zijn vrouw pas vorig jaar een Peugeotje, terwijl de familie om fiscale redenen al in '97 naar België verhuisde. Na zijn onvergetelijke driepunter in de Tour van 2000 lonkte de status van miljonair. Ter voorbereiding werd hij door zijn ploeggenoten gedold met gratis tips over de allernieuwste automodellen, brochures, folders en adressen van dealers. Voor het vertrek naar de Clasica San Sebastian was voor Dekker de maat vol. "Deze kost zoveel en deze zoveel kreeg ik steeds te horen. Ik had helemaal geen interesse in een tweede auto. Om van al het gezeur af te zijn, heb ik beloofd om voor Petra een auto te kopen als ik de Clasica San Sebastian zou winnen. Twee dagen later heb ik de Peugeot 205 besteld. Die was meteen voor haar verjaardag in september. Een paar weken later werd de nieuwe auto afgeleverd. Voor de gein ben ik ermee naar de GP Eddy Merckx gereden. Die mannen wisten niet wat ze zagen."

Hoewel hij financieel onafhankelijk is, mogen er van Dekker in materiële zin geen wonderen meer worden verwacht. Daarvoor is hij van te ver gekomen. "De Tour de France van 2000 was een onbetaalbare ervaring. Heel anders dan wanneer Reinout Oerlemans met een zak met tien miljoen voor je deur staat."

Voor het winnen van de Wereldbeker geldt hetzelfde. "Mede dankzij de Rabobank, de manier van trainen van Geert Leinders (ploegarts, BS), de inbreng van de ploegleiding, het programma, het vertrouwen en de waardering ben ik zover gekomen. En mijn gezin staat elke ochtend anderhalf uur rond mijn bed te roepen: je bent de beste, je bent de beste. Dat helpt ook. Voor de Ronde van Lombardije zijn ze met het vliegtuig naar Bergamo afgereisd. Bij de huldiging zat iedereen aan de jongens. Ze stonden te dansen op het podium, ik zag ze genieten. Daar doe je het voor. Ik hoop dat ze over vijf of tien jaar naar de film van die huldiging kijken. Dat ze opnieuw genieten, maar vooral dat ze begrijpen dat het niet normaal is wat er op die prachtige zaterdagmiddag in Bergamo met de familie Dekker is gebeurd."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 15 december 2001

[terug]
     
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.