ANTWERPEN - Galgenhumor aan de rand van een Antwerps bad. Joris Keizer, jammerlijk zesde in de finale van de 100 meter vlinderslag, ontwaart zijn coach Jacco Verhaeren, die de verzamelde pers bijpraat over de tweede dag van de Europese kampioenschappen kortebaan. Keizer: "En? Heb je nog iets leuks over me te melden?" Verhaeren, architect van de Eindhovense zwemsuccessen, lachend: "Ja. Dat het best gezellig is om volgend seizoen in Amsterdam te zwemmen."
Een goede trainer kenmerkt zich door eerst en vooral oog te hebben voor de verliezer. In de bescheiden euforie rond de Europese titel van Inge de Bruijn op de 100 vrij (waarbij en passant het Nederlands record met drie-tiende van een seconde werd aangescherpt tot 52,65) en het zilver van het Nederlandse kwartet Suze Valen, Hinkelien Schreuder, Annabel Kosten en De Bruijn op de 4 x 50 vrij (respectievelijk goed voor 24,97, 25,11, 24,93 en 24,01, opgeteld 1.39,02, een verbetering van de nationale toptijd met 0,97 seconden) stipte Verhaeren dan ook allereerst Keizers tegenvallende optreden aan. Hoog waren de verwachtingen na de opmerkelijke halve finale van donderdag, teleurstellend was het eindresultaat van gisteren. Verklaarbaar was het eveneens, zo analyseerde de coach van de professionele Philips-formatie.
"In de halve finale snoepte hij een fors deel van zijn persoonlijk record af. Wanneer je dan vervolgens weet dat je je nóg een keer fors moet verbeteren om in de medailles te komen, leidt dat in alle onstuimigheid tot slordig, te gehaast zwemmen. Om op 99% van je kunnen te zwemmen is iets gemakkelijker dan er in een finale voor te moeten gáán. Dat zag je in de finale van Inge de Bruijn overigens ook. Een mindere start, te hoge slagfrequentie; dat scheelt zo al drie-tiende van een seconde. Toch zie ik liever dat hij zo ten onder gaat, dan dat hij zich bij voorbaat overgeeft."
Steeds nieuwe doelen stellen, Verhaeren heeft er niet alleen voor de minder bekende zwemmers uit zijn ploeg bijkans een dagtaak aan. Het gretig houden van drievoudig wereld- en olympisch kampioene langebaan Inge de Bruijn bijvoorbeeld beschouwt Verhaeren als minstens zo'n grote uitdaging. Niet zozeer het grossieren in titels, als wel de tijden waarmee dat gepaard gaat zullen van doorslaggevend belang zijn in de afweging van de Nederlandse zwemdiva of ze haar loopbaan voortzet tot en met de Olympische Spelen van 2004 in Athene. Het optreden in Circus Draai & Keer, dat in de Scheldestad is neergestreken, werd vooraf door Verhaeren vooral gezien als aardig tussendoortje. Het lijkt zich evenwel gaandeweg te ontwikkelen tot een voorstelling die wel eens van doorslaggevend belang zou kunnen zijn in het beantwoorden van de vraag of ze drie jaar aan haar imposante carrière vast moet plakken. In het enthousiasme als gevolg van haar tweede Europese titel borrelde in ieder geval al onbedoeld haar hartenwens omhoog. "Laat die Spelen maar komen!"
Verhaeren zelf hield enigszins een slag om de arm. "Het is verschrikkelijk belangrijk dat ze hier progressie boekt. Kampioen worden met mindere tijden dan een jaar geleden zou alleen maar uitmonden in een wedloop, met als inzet de vraag of je het voor 2004 nét nog haalt of niet." Zelf staat hij soms versteld van de ijver die De Bruijn op 28-jarige leeftijd nog aan de dag legt. "Ze vindt het zelfs weer leuk om te gaan trainen in de Verenigde Staten, daar heeft ze een tijd lang enorm tegen aangehikt. Maar haar trainer Paul Bergen is enorm inventief. Hij weet haar iedere keer te prikkelen, slaagt erin haar steeds iets nieuws bij te leren. Het zijn één of twee kleine punten waar je maandenlang aandacht aan schenkt. Het zijn doelen die je niet alleen tijdens wedstrijden, maar ook in de trainingen moet nastreven. Inge reageert daar heel enthousiast op, ze heeft die eeuwige drang om zich steeds maar te willen verbeteren. Ze is zó gedreven, zó enthousiast, ik zie geen enkele reden waarom ze ermee op zou houden. Zoals ik het nu in kan schatten, is de kans dat ze doorgaat tot en met Athene negentig procent. Waarom ik die marge van tien procent in acht neem? Als ik zeg dat het honderd procent zeker is en ze mocht om welke reden ook toch afhaken, komt iedereen verhaal halen."
Antwerpen. EK kortebaan, tweede dag. Mannen 100 vlinder: 1. Rupprath (Dui) 50,26 (WR), 2. Frölander (Zwe) 50,58, 3. Hickman (GBr) 51,32, 6. Keizer (Ned) 52,05 (in halve finale 51,77 NR), 18. Aartsen 53,80. Vrouwen 100 vrij: 1. De Bruijn (Ned) 52,65 (NR, oud 52,95 De Bruijn), 2. Moravcova (Slw) 52,97, 3. Sjöberg (Zwe) 53,01, 10. Van Rijn-Van Hofwegen 55,30. 50 vlinder: 1. Alshammar (Zwe) 25,73, 2. Kammerling (Zwe) 25,88, 3. Soetiagina (Rus) 27,32, 4. Dekker (Ned) 27,32. 4x50 vrij: 1. Zweden 1.38,92, 2. Nederland (Suze Valen 24,97, Schreuder 25,11, Kosten 24,93, De Bruijn 24,01) 1.39,02 (NR, oud 1.40,05), 3. Duitsland 1.39,60.