AMSTERDAM - Het poldermodel dreigt te ver door te slaan in zijn succes. De wens om tot consensus te komen, vertraagt besluiten en verzwakt het primaat van de politiek. Die conclusie trekt president Nout Wellink van De Nederlandsche Bank (DNB) in het boek Nederland Kennisland?, dat gisteren is gepresenteerd ter ere van het tienjarig bestaan van het financiële onderzoekscentrum van de Erasmus Universiteit in Rotterdam.
Hoewel Wellink niet pleit voor het afschaffen van het overlegmodel, vindt hij dat er een duidelijker scheiding zou moeten zijn tussen de verantwoordelijkheden van de politiek en sociale partners. De overheid gaat over het algemeen belang, terwijl de werkgevers- en werknemersorganisaties de private belangen moeten behartigen. Bovendien vindt hij dat arbeidsvoorwaarden dus niet centraal, maar per sector of bedrijf moeten worden afgesloten.
Vooral dat laatste is opmerkelijk, omdat de president van de centrale bank voorheen herhaaldelijk opriep de lonen te matigen. Juist loonmatiging wordt door velen gezien als een van de pijlers van het poldermodel.