NEW YORK - Tegenstrijdige berichten over het al dan niet herstellen van de Amerikaanse economie hebben beleggers gisteren in twijfel gebracht. Met het lange weekeinde in zicht kozen de meesten van hen er dan ook voor behoedzaam te blijven, en geen grote posities in te nemen. De koersen op Wall Street lieten daardoor na een licht positieve opening een vlakke beweging zien.
De Dow Jones Industrials-index noteerde een uur voor sluiting licht in de plus. Ook technologiebeurs Nasdaq stond op dat moment iets boven het niveau waarop het donderdagavond was gesloten.
Op macro-economisch gebied werden gisteren drie belangrijke cijfers gepubliceerd. De industriële productie daalde vorige maand met 0,3%. Dat was beter dan de minus 0,6% waarop economen hadden gerekend. Bovendien verminderden de bedrijfsvoorraden in oktober meer dan verwacht. De consumentenprijzen, uitgezonderd voeding en energie, stegen in november het hoogste percentage in zes jaar. Deze indicatoren wijzen niet op een verslechtering van de economische omstandigheden. De toestand in het Amerikaanse bedrijfsleven onderstreept dit echter nog niet.
BellSouth maakte gisteren bijvoorbeeld bekend nog eens 1200 arbeidsplaatsen te moeten schrappen. De Amerikaanse partner van KPN noemde de slechte conjunctuur als oorzaak van het besluit. BellSouth stond vlak voor sluiting van Wall Street op een licht verlies. Branchegenoot AT&T moest bijna een half procent terug.
Oracle koerste gisteren een dollarkwartje in de min na donderdag kwartaalcijfers te hebben bekendgemaakt die overeenkwamen met de verwachting van analisten. Oracles concurrent Microsoft noteerde ongeveer 1,5% in de plus. Sun Microsystem ging af op een verlies van bijna 2%.
Bristol-Myers Squibb waarschuwde in 2002 waarschijnlijk minder winst te boeken dan waarop de markt had gerekend. Het aandeel noteerde desondanks ruim 2% hoger. Dat kwam door een opwaardering van zakenbank Goldman Sachs.