PARIJS - De olieproductie van landen die niet zijn aangesloten bij de Opec is in november sterk gestegen en zal ook volgend jaar blijven klimmen, aldus het Internationaal Energie Agentschap (IEA). Het IEA (onderdeel van de organisatie van rijke landen OECD) schrijft in het rapport over de oliemarkt in november dat de sterke toename van de aanvoer uit niet-Opec-landen de pogingen van de Opec heeft ondermijnd om de productie te beperken met het doel de prijzen op te krikken.
|
De olieproductie. (Foto: ANP)
|
De lidstaten van de Opec verlaagden de productie met 290.000 vaten naar 23,7 miljoen vaten per dag, nog steeds 500.000 meer dan zij onderling hebben afgesproken. Maar de productievermindering van de Opec-landen (exclusief Irak) werd geheel overschaduwd door de 630.000 vaten per dag die landen als Rusland, Angola en Kazakstan extra op de markt brachten.
Uit woede over de aanhoudende productietoename door landen buiten het kartel, die hun marktaandeel willen vergroten, heeft de Opec vorige maand besloten vanaf 1 januari dagelijks 1,5 miljoen minder te gaan produceren, mits de andere olielanden samen 500.000 vaten per dag minder leveren. Noorwegen en Mexico zijn bereid tussen de 100.000 en 200.000 vaten per dag te minderen, en Rusland wil inmiddels de productie met 150.000 vaten beperken (na een eerder aanbod van 30.000 vaten).
De Opec is niet tevreden over met name het aanbod van Rusland, de tweede olieproducent na Saoedi-Arabië, en de oliemarkt is de laatste dagen in grote onzekerheid gedompeld over wat er in januari staat te gebeuren.
De zorgen zijn versterkt door de afnemende vraag. De IEA verwacht voor dit jaar de kleinste groei van de vraag sinds 1993 (plus 140.000 vaten) naar 76 miljoen vaten per dag.