AMSTERDAM - Joodse overlevenden van de Tweede Wereldoorlog krijgen vrijwel zeker volgend voorjaar nog een tweede en begin 2003 een derde uitkering.
Voorzitter Rob Wurms van het Centraal Joods Overleg heeft er bij de uitvoerende Stichting Maror op aangedrongen om medio maart 2002 het restant uit de pot van de door de overheid terugbetaalde joodse tegoeden te verdelen.
Daarna volgt begin 2003 wellicht nog een laatste ronde, als blijkt dat er zich weinig joodse gedupeerde effecten-bezitters met bewijsmateriaal aanmelden bij een nieuwe claim-stichting die zich binnenkort presenteert.
Afhankelijk van het aantal joodse rechthebbenden dat zich nog voor eind dit jaar voor de eerste Maror-uitkering van 14.000 gulden meldt, wordt de tweede Maror-uitkering op tussen 600 en 3000 gulden per persoon geschat. Tot nu toe hebben bijna 36.000 personen een joodse Maror-uitkering aangevraagd, veel minder dan werd verwacht. Ook de tijdens de Duitse bezetting in ons land vervolgde Sinti en Roma krijgen komende zomer nog een tweede uitkering van naar schatting 3000 gulden. De aanvraagperiode voor de eerste uitkering van 14.000 gulden bij de stichting Rechtsherstel Sinti en Roma in Best wordt tot 31 maart verlengd. Tot nu toe hebben slechts 1200 vervolgde zigeuners een aanvraag ingediend. De overheid, die voor de individuele uitkering 26 miljoen gulden beschikbaar heeft gesteld, is uitgegaan van circa 1800 rechthebbenden.
De overlevenden van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië krijgen Hlf. 3000.