CALGARY - "Beangstigend goed", noemde de Canadese Catriona Lemay-Doan haar optredens tijdens de Wereldbeker schaatsen in Calgary. Zaterdag evenaarde de goedlachse sprintster uit Saskatoon haar wereldrecord op de 500 meter (37,29), gisteren knibbelde ze daar zevenhonderdste seconde van af. Niet dat ze het idee heeft dat ze, getuige haar 37,22 seconden, te vroeg in het olympisch jaar piekt. "We zitten midden in een zware trainingsperiode. Het kan allemaal nog veel sneller."
Waar Lemay-Doan in de catacomben van de Olympic Oval geroutineerd plaats nam voor de tientallen camera's van de Canadese televisie, keek Gerard van Velde om zich heen waar hij nou eigenlijk moest zijn. Zijn 35,88 was niet alleen een verbetering van zijn persoonlijk record met 0,09 seconde en slechts eenhonderdste verwijderd van het Nederlands record van Jan Bos, het was tevens goed voor de tweede plaats. En dus diende hij zich, samen met de nieuwe ster aan het Japanse firmament Takeda Toyoki (34,62) en Jeremy Wotherspoon (34,93), gereed te maken voor de huldiging. "Ik heb geen idee waar ik me moet melden", stamelde hij. "Zoveel ervaring heb ik nou ook weer niet met dit soort plichtplegingen."
Het was voor de eerste maal in Van Velde's lange loopbaan dat hij op de 500 meter een medaille in de wacht sleepte en de specialist op de kilometer was de laatste die dat kon geloven. Tot aan de ochtend van de race had hij gesleuteld aan de afstelling van zijn schaatsen, nadat hij eerder van de week de rondingen uit zijn schaatsen had geslepen. "Ik had daardoor de laatste dagen geen druk meer in de bochten. Vandaag heb ik eindelijk het gevoel dat de schaatsen doen wat ik wil."
Zijn grootste winst behaalde Van Velde naar eigen zeggen op de eerste 100 meter. De rijder van TVM opende in 9,75 en dat was eindelijk een tijd naar zijn stand. "Wanneer we in de zomer op de atletiekbaan trainen, loop ik de 100 meter dik onder de elf seconden. Dat laat zien dat ik van nature enorm explosief ben. Juist om die reden is het onzin dat ik op het ijs open in dezelfde tijden als bijvoorbeeld Rintje Ritsma of Martin Hersman. De laatste tijd ben ik dan ook heel erg bezig met mijn techniek en de juiste afstelling van mijn buizen om op de eerste 100 meter meer winst te boeken. En je ziet: het begint zijn vruchten af te werken."
Geheel perfect was zijn race allerminst, haastte hij zich daar aan toe te voegen. "Het kan nog veel harder dan dit, 34,6 of 34,7, dáár ligt denk ik mijn grens."
De sleutel naar zo'n tijd denkt zijn coach Geert Kuiper al te hebben gevonden. "Het is opmerkelijk dat Gerard tijdens een wedstrijdweekeinde de tweede dag veel beter is dan de eerste. Vaak is het zelfs zo dat hij het jammer vindt dat op maandag geen race gereden wordt, omdat hij zich dan zelfs nóg beter voelt. Het is een serieuze overweging om hem de eerstkomende wedstrijden op vrijdag al een eerste prikkel te geven in de vorm van een trainingswedstrijdje of zo. Dan staat hij, als het erop aan komt, écht op scherp."
Waar met name de Canadezen op de eigen Olympic Oval voor het tweede achtereenvolgende weekeinde succes oogstten, zaaide de rest van de Nederlandse sprintelite twee maanden voor de Spelen met (wederom) teleurstellende resultaten vooral twijfel. Jan Bos was naar eigen zeggen te moe in zijn hoofd, waardoor hij al een week slecht at en sliep en het hem aan scherpte ontbrak. Evenals Marianne Timmer meldde hij zich om die reden af voor de 1500 meter. De tweevoudig olympisch kampioene verklaarde het rijden van wedstrijden na zes 1500 meters in even zovele weken even zat te zijn en was, als gevolg van lichamelijke en geestelijke vermoeidheid, niet wedstrijdfit. De grootste tenoren van de korte afstanden, uit Canada, schreven deze jaargang ondertussen al tien van de veertien afstanden op hun naam. Slechts de 1000 meter vrouwen werd nog niet door een Canadese gewonnen. Ook de statistieken onderstrepen de suprematie. Lemay-Doan heeft na dit weekeinde op de eeuwige ranglijst van de 500 meter de negen snelste tijden ooit gereden achter haar naam staan. Bovendien heeft ze na afgelopen weekeinde de snelste opening ooit (10,22) achter haar naam, tweehonderdste sneller dan haar oude toptijd. Ze volgde daarmee het voorbeeld van landgenoot Mike Ireland, die op de 1000 meter achtereenvolgens de snelste opening ooit (16,17) en de op één na snelste volle ronde ooit (24,78, alleen Wotherspoon was vorige week 0,07 seconde rapper) liet noteren. Na Wotherspoon en Erben Wennemars werd hij met zijn 1.07,99 bovendien de derde schaatser die de magische barrière van 1.08 minuten doorbrak.
Ireland verwoordde zaterdag de instelling van de Canadezen treffend. "Eén keer een supertijd neerzetten is belangrijker dan te luisteren naar een coach die alleen maar zegt dat je op de goede weg bent."