DEN HAAG - Minister Vermeend (Sociale Zaken) erkent ten volle dat er in de periode 1994-1998, toen beoogd PvdA-leider Melkert minister was, op alle niveaus slordig is omgesprongen met de besteding van subsidies uit het Europees Sociaal Fonds (ESF).
"Dat is een conclusie die er niet om liegt", aldus Vermeend gisteren in de Tweede Kamer, waar hij onder vuur werd genomen over de ESF-affaire. De PvdA-bewindsman wil onder geen beding de harde conclusies van de onderzoekscommissie onder leiding van oud-Rekenkamerpresident Henk Koning "wegpoetsen".
Nederland hikt aan tegen een claim van 447 miljoen gulden van de Europese Commissie, die al het geld dat tussen 1994 en 1996 verkeerd is besteed of is uitgegeven aan projecten waarvan de administratie zoek is, terug wil hebben.
Het kabinet bestrijdt de hoogte van die claim, maar tot nog toe is elke poging tot verlaging van de boete vruchteloos geweest. En de afrekening over de jaren 1997 en 1998 moet nog komen. Vermeend erkende dat ook uit deze periode een claim van Brussel niet kan worden uitgesloten.
Volgens de commissie-Koning hebben de oud-ministers Melkert en De Vries, ook PvdA, onvoldoende gedaan om te zorgen dat de miljarden uit Brussel volgens de regels werden uitgegeven. Alleen de huidige minister Vermeend is daar nog op aanspreekbaar. "Ik weet dat ik altijd de klos ben. Ik ben eindverantwoordelijk. Dat is het lot van de minister", aldus Vermeend.
De oppositiepartijen CDA, GroenLinks, SP en SGP willen een parlementair onderzoek naar de ESF-affaire. Volgens Vermeend is dat zinloos omdat bij veel van de in totaal 9000 projecten nauwelijks administratief materiaal is terug te vinden. De coalitiepartijen PvdA en VVD vinden dat de opeenvolgende bewindslieden van Sociale Zaken slordig met de controle op de ESF-gelden zijn omgesprongen, maar menen dat er met het rapport-Koning en de antwoorden van Vermeend op maar liefst 500 Kamervragen meer dan voldoende informatie bekend is. De twee grootste regeringspartijen zitten, met de verkiezingen in aantocht, dan ook niet te wachten op een parlementair onderzoek.