DEN HAAG - Brandbare kleding mag vanaf begin 2003 niet meer worden verkocht. Minister Borst van Volksgezondheid heeft dat donderdag bekendgemaakt. De minister heeft hiertoe besloten naar aanleiding van de cafébrand in Volendam op nieuwjaarsdag. Kunststof jassen verergerden daar de wonden van slachtoffers, stelde een behandelend arts in Brussel kort na de ramp. Sommige soorten textiel smelten op de huid. In Volendam vielen veertien doden en circa 200 gewonden.
Eerder dit jaar had Borst met brancheorganisaties afgesproken dat er een waarschuwingssymbool moest komen op brandbare kleding. Onderzoek door TNO heeft nu echter uitgewezen dat een verbod effectiever is dan zo'n symbool.
Kleding is vooral licht ontvlambaar als het gaat om dunne stof. Daarbij is van belang hoeveel gewicht per vierkante meter stof is gebruikt, aldus een woordvoerder van minister Borst. Het ministerie kan niet in algemene termen zeggen welke typen gevaarlijk zijn.
Momenteel worden geen specifieke eisen gesteld aan de brandveiligheid van kleding. Alleen voor nachtjapons en pyama's is sinds 1997 een waarschuwingslabel verplicht; voor carnavalskleding moeten bepaalde testen worden gedaan.
Volgens brancheorganisatie Modint, voor mode en interieur, levert het besluit van Borst niet veel problemen op. "Wij hebben hierover meermalen overlegd met de overheid en consumentenorganisaties", zegt een woordvoerster. "Alle gangbare kleding voldoet al aan de normen. Alleen als fabrikanten bovenkleding zouden maken van stoffen die voor lingerie worden gebruikt, waarvoor trouwens aparte afspraken gelden, krijg je moeilijkheden. In de Verenigde Staten is een soortgelijk verbod al dertig jaar van kracht en het werkt prima."
Op verzoek van Borst begint de stichting Consument en Veiligheid donderdag een campagne tegen brandbare kleding. Deze campagne wijst mensen op hun eigen verantwoordelijkheid, onder meer via www.brandgevaar.nl op internet.