BRUSSEL - Geen van de twaalf eurolanden zal dit of volgend jaar een begrotingstekort laten zien dat groter is dan 3% van het bruto binnenlands product (bbp), het EU-maximum. Duitsland, Frankrijk en Portugal zitten weliswaar in de gevarenzone, maar zullen het wel redden als de groei medio volgend jaar weer oppikt.
In 2003 zou volgens de Europese Commissie al weer een groei van 2,9% mogelijk zijn, waardoor de tekortproblemen als sneeuw voor de zon verdwijnen. De meeste landen hopen dan ook nog steeds in 2004 begrotingsevenwicht te bereiken.
Desalniettemin hebben de Europese ministers van Financiën gisteren in Brussel afgesproken zich in januari te gaan buigen over elkaars begrotingen. De komende dagen moeten de eurolanden hun 'stabiliteitsplannen' inleveren, waarin ze hun doelstellingen voor de komende paar jaar laten zien. Volgens de Duitse minister Eichel komt het Duitse tekort volgend jaar op 2,5% van het bbp uit en niet op 2,7% zoals de Europese Commissie vreest. De Duitse groei zal met 0,75% wel mager blijven, met alle gevolgen van dien voor de belastinginkomsten. De groei in de eurozone zal volgend jaar geen 2,8, maar slechts 1,3% bedragen.
De fors teruggelopen groei zorgt, 26 dagen voordat de Europese burger de euro daadwerkelijk in zijn portemonnee krijgt, voor veel budgettaire problemen. "De meeste landen wijken een beetje af van de streefdoelen, omdat de groei tegenvalt en er al forse bedragen waren toegezegd aan belastingverlaging. Wij vinden echter niet dat daar nu nog aan moet worden gemorreld, integendeel", aldus de verantwoordelijke eurocommissaris Pedro Solbes (Monetaire Zaken) gisteren.
Over een ander moeizaam dossier, de belasting op spaarrente, namen de ministers van Financiën wel min of meer een beslissing. Ze willen dat begin volgend jaar in elk geval de onderhandelingen beginnen met derde landen buiten de EU - zoals belastingparadijzen, Zwitserland en de VS - over de aanpak van belastingvlucht. Deze landen moeten dan ofwel meewerken en informatie over rekeninghouders aan de fiscus doorspelen of een bronheffing op alle uitgekeerde rente invoeren zodat het minder interessant wordt geld in den vreemde te parkeren.
Luxemburg en Oostenrijk willen hun bankgeheim alleen opgeven als de landen buiten de EU dat ook doen. Zwitserland heeft meteen al laten weten dat niet te zullen doen. Volgens minister Zalm (Financiën) kan het echter ook voldoende zijn als de landen met mee nu onderhandeld gaat worden, beloven een bronheffing te leggen op alle uitgekeerde rente.
De uiteindelijke beslissing of er überhaupt een gezamenlijke aanpak van de vlucht van spaargeld mogelijk is, valt pas eind volgend jaar als er meer duidelijkheid is over de onderhandelingen met de derde landen buiten de EU. Gisteren bleef ook de onduidelijkheid bestaan over de vraag wanneer de overgangsperiode van zeven jaar, waarbinnen de EU-landen de keuze hebben tussen informatie uitwisselen (c.q. opheffing van het bankgeheim) of een bronheffing toepassen, begint.
Het Belgische voorzitterschap wil 2004, waardoor het bankgeheim in Europa op zijn vroegst per 2011 zou kunnen verdwijnen. Volgens Zalm houden de meeste landen vast aan 2009, "maar uit dat soort details komen we wel. De interpretatie van het onderhandelingsresultaat met de belastingparadijzen is veel belangrijker en dat zien we eind volgend jaar".
De Europese ministers van Financiën komen volgende week nogmaals bijeen aan de vooravond van de EU-top in Brussel. Dan moeten de laatste beslissingen worden genomen over de hoogte van de bronbelasting die in de EU gaat gelden (voor landen die die toepassen), tot op heden werd gedacht aan tarieven tussen de 15 en 25%. Ook wordt dan bekeken in welk jaar het bankgeheim definitief verleden tijd zou kunnen zijn.
Ook besloten de ministers van Financiën voorlopig geen geld beschikbaar te stellen voor een eigen Europees satellietsysteem voor plaatsbepaling naar het Amerikaanse GPS-voorbeeld.
Een meerderheid vreest dat er nooit genoeg privaat kapitaal komt voor iets dat al gratis beschikbaar is.
Tot slot uitte Zalm zijn "treurnis" over de Europese Rekenkamer, die na herhaalde maningen van Zalm nog steeds blijft weigeren aan te geven hoeveel fouten er per lidstaat en uitgavencategorie zijn gemaakt bij de besteding van Europese fondsen.