AMSTERDAM - De poldermist rond de besteding van de tientallen miljoenen guldens uit de cao-fondsen van de horecasector klaart langzaam op. Koninklijk Horeca Nederland (KHN), de FNV Horecabond en CNV Bedrijvenbond gaan alle scholings- en werkgelegenheidsfondsen bundelen in één nieuw 'brancheorgaan'."We willen zo meer helderheid, transparantie en efficiëntie creëren.
Onze leden weten dan beter waarvoor ze premies betalen en waarvoor niet. Ook brengen we zo de kosten omlaag", laat KHN-directeur Jeu Claes weten. Werkgevers en werknemers in de horeca - ook zij die geen lid van KHN of een vakbond zijn - zullen binnen afzienbare termijn "een lagere premie betalen".
Werkgevers en werknemers hoesten jaarlijks verplicht 55 miljoen aan premies op. Bijdragen die niet alleen bestemd zijn voor goede doelen als scholing en werkgelegenheid, maar ook de kassen spekken van KHN, FNV en CNV zelf. Zij ontvingen vorig jaar respectievelijk 9 miljoen, 8,4 miljoen en een half miljoen. Geld waarmee de eigen organisaties flink op peil worden gehouden. Ter illustratie: KHN is wat betreft zijn inkomsten voor 30% afhankelijk van fondsbijdragen. FNV Horeca zelfs voor ruim de helft, de 28.000 leden brengen 6 miljoen aan contributie binnen. Onafhankelijke controle op de besteding van de tientallen miljoenen guldens uit de cao-fondsen is er evenwel niet.
Claes benadrukt dat de reorganisatie van de bedrijfstakfondsen "al veel langer aan de gang is en dat kritiek de afgelopen maanden op het reilen en zeilen van de fondsen hier niets mee te maken heeft". Kritiek was er vooral uit de hoek van de kleine, dissidente werkgeversvereniging Nederlands Horeca Gilde en de VVD-Tweede-Kamerfractie.
KHN is ambitieus en wil binnen tweeëneenhalf jaar de reorganisatie achter de rug hebben. Claes: "Dat moet lukken. Vier jaar geleden waren we met onze organisatie nog voor 50% afhankelijk van de cao-gelden."
FNV Horeca steunt de reorganisatie weliswaar, maar twijfelt of één, lagere premie op korte termijn wel zo wenselijk is. "Hier vergaderen wij donderdag over."