JAKARTA - De regering in Jakarta stuurt 2600 militairen naar het Indonesische eiland Sulawesi, nu de gevechten tussen gewapende moslims en christenen sinds gisteren weer opgelaaid zijn. In en rond Poso, op Midden-Sulawesi, leidde de afwezigheid van leger en politie al in de afgelopen weken tot ongecontroleerde confrontaties die meerdere mensenlevens eisten.
Minstens zeven dorpen werden door brandstichters met de grond gelijk gemaakt. Duizenden inwoners zijn dakloos en verblijven nu in kerken, de jungle of dorpen die gespaard bleven voor het religieuze geweld.
Minister Bambang Susilo Yudhoyono (politieke- en veiligheidszaken), die gisteren een bezoek aan het gebied bracht, zei eventueel de noodtoestand af te kondigen. "De belangrijkste taak van het leger is het conflict te beëindigen, de partijen te ontwapenen en een eind te maken aan de aanwezigheid van een bepaalde organisatie die in Poso niet aanwezig mag zijn", aldus Bambang.
Met die 'bepaalde organisatie' doelde de bewindsman op de Laskar-jihad, een militante moslimorganisatie die zich de afgelopen jaren ook op de Molukken manifesteerde en beweert tientallen krijgers naar Afghanistan te hebben gestuurd om de Taliban bij te staan in hun oorlog tegen de Verenigde Staten. Volgens VN-functionaris Michael Elmquist, een hulpverlener, heeft de Laskar-jihad zo'n 7000 van zijn activisten naar Poso gedirigeerd. Mohammed Eshan, een woordvoerder van de militante moslims, sprak van slechts 700 aanhangers van zijn organisatie in Poso.