ZOETERMEER - Meisjes zijn wereldwijd beter in lezen dan jongens. Voorheen compenseerden de jongens dit met een voorsprong in de exacte vakken. Die positie hebben ze echter moeten prijsgeven: de meiden zijn nu bijna even goed.
Dat blijkt uit het onderzoek 'Bruikbare kennis en vaardigheden' van het Cito, dat meedraaide in het OESO Programme for International Student Assessment. OESO is de internationale organisatie van alle geïndustrialiseerde landen. Staatssecretaris Adelmund (Onderwijs) nam het rapport gisteren in ontvangst.
Meisjes doen het op school over het algemeen beter dan jongens. Ze blijven minder zitten, volgen relatief vaker havo of vwo en besteden meer tijd aan hun huiswerk.
Dat de leesvaardigheid onder meisjes hoger is, heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat ze er ook meer plezier in hebben. Ze beperken zich niet tot de verplichte schoolboeken, maar pakken ook in hun vrije uren een boek.
Jongens hebben daar geen zin in. Ze beperken zich tot het lezen van een krant en storten zich verder op internet en stripboeken. De aversie die jongens tegen lezen vertonen, bleek overigens het grootst in Nederland.
Zowel jongens als meisjes krijgen in ons land weinig ondersteuning bij hun huiswerk. In andere OESO-landen is de bemoeienis groter. Toch zijn de Nederlandse 15-jarigen keien in wiskunde. Bij een internationaal vergelijkend onderzoek onder leeftijdgenoten in 30 landen behaalden de Nederlandse jongeren de eerste plaats. Het toetsonderdeel leesvaardigheid leverde een derde plaats op, de natuurwetenschappelijke vakken een zesde plaats.
Allochtone leerlingen doen het in alle onderzochte landen minder goed dan autochtone. Maar in Nederland zijn allochtone kinderen gemiddeld beter in lezen en wiskunde dan in de overige onderzochte landen.