SALT LAKE CITY - Hij was naar Salt Lake City gekomen om zich te scharen bij de Club van 34, het selecte gezelschap schaatsers dat er op de 500 meter ooit in slaagde de grens van 35 seconden te doorbreken. Erben Wennemars faalde afgelopen weekeinde op de Utah Olympic Oval in Salt Lake City jammerlijk in die opzet, maar trad zondag in plaats daarvan binnen in een ander, véél exclusiever domein: de schaatsers die op de 1000 meter onder de 1.08 minuten duiken.
|
Ongeloof en blijdschap strijden bij schaatser Erben Wennemars om voorrang, wanneer hij op het scorebord van de Utah Olympic Oval ziet dat hij de 1000 meter in 1.07,88 heeft afgelegd. Daarmee kroont Wennemars zich tot nationaal-recordhouder en treedt hij toe tot het selecte gezelschap schaatsers dat ooit onder de 1.08 minuten heeft gereden. (Foto: AP)
|
De Canadees Jeremy Wotherspoon zette zaterdag de toon met een nieuw wereldrecord (1.07,72), Wennemars deed daar op de tweede dag van de Wereldbeker nauwelijks voor onder: 1.07,88. Goed voor de eerste plaats bleek het echter niet, want diezelfde Wotherspoon bleek in de slotrit vijfhonderdste seconde sneller. "Dat maakte me allemaal niets uit. Het belangrijkste was dat ik sinds vandaag weet dat ik niet voor hem onder doe."
Tot afgelopen weekeinde stond Wennemars te boek als de ongekroonde koning van de training. "Niemand die op dinsdag en donderdag harder kan rijden dan hij. Maar het werd een keertje tijd dat hij het op een zaterdag of een zondag zou laten zien", verzuchtte zijn trainer Peter Mueller. Na de eerste dag van de Wereldbeker werd de Amerikaan 's nachts geteisterd door een nachtmerrie. "Ik droomde dat ik mijn ontslag kreeg, omdat die Canadezen en Amerikanen mijn rijders zaterdag alle hoeken van de baan hebben laten zien. Red mijn baan, heb ik ze zondag bij het ontbijt gevraagd. Gelukkig hebben ze me niet laten zitten. Na vandaag denk ik dat ik wel mag blijven."
Nog blijer dan met zijn Nederlands record was Wennemars, die tot dit weekeinde een tijd van 1.08,76 op zijn curriculum vitae had staan, wellicht met zijn eerste volle ronde, die volgde op een opening van 16,37. Tijdens de trainingen had de Dalfsenaar ooit wel eens een ronde van 24,1 laten klokken, ditmaal bleek hij eindelijk eens in een wedstrijd onder de 25 seconden te kunnen duiken. Het historisch perspectief gaf zijn 24,88 nog wat extra cachet. In de geschiedenis van het mondiale sprinten is het slechts veertien maal voorgekomen dat de eerste volle ronde in 24 seconden werd afgelegd. Bovendien wist Wennemars tot deze race die openingsronde nooit sneller dan in 25,3 seconden af te leggen. Die wetenschap, opgeteld bij zijn slotronde van 26,66, bood voor Wennemars een nieuw, goudomrand olympisch perspectief.
Hij logenstrafte daarmee bovendien de woorden van Mueller, die eerder op de dag de conclusie had getrokken dat Nederlanders simpelweg de snelheid ontberen om in aanmerking te komen voor een podiumplaats op de 1000 meter. Wennemars werd daarmee de enige Nederlander die afgelopen weekeinde een medaille in de wacht sleepte en dat stemde het Nederlandse kamp tot nadenken. Jan Bos, die zelf vier ritten voor Wennemars (kortstondig) het Nederlands record in handen had, was een van de piekeraars. Met een tijd van 1.08,38 dook hij 0,17 seconden onder zijn eigen nationale toptijd, maar dat bleek niet voldoende om de teleurstelling over het verloop van het weekeinde te doen vergeten.
Nogal logisch dat hij op de 1000 meter niet verder kwam dan een negende en een vijfde plaats, foeterde hij. Eerst moest hij vrijdagmiddag in allerijl van het hoger gelegen Park City afreizen naar Salt Lake City, omdat hij was aangewezen om daags na de bloedcontrole een aanvullende, formele urinecontrole te ondergaan. "Dat geintje heeft me vijf uur gekost. Ik had een dag later nog steeds stijve spieren van de stress." Dat kwam bovenop de ergernis die hem al langer dwarszit. "In Nederland moeten wij altijd op dat klote-ijs van Heerenveen en Groningen rijden, terwijl die Canadezen alleen maar op supersnel ijs trainen. Zij weten daardoor precies hoe ze hun ijzers moeten slijpen om op zo'n baan optimaal te kunnen presteren. Als ik hier kom, ben ik weken bezig om mijn schaatsen af te stellen."
Opluchting en blijheid kende hij slechts over het feit dat Wennemars hun gezamenlijke plaaggeest Wotherspoon en diens ploeggenoten Casey Fitzrandolph en Mike Ireland de stuipen flink op het lijf had gejaagd. "Reken maar dat die gasten nu zenuwachtig worden." De tweede plaats werd daarom beschouwd als een mentale overwinning, ook door Mueller. "Het wordt op de kilometer straks vooral een zenuwenoorlog. Degene die het meest bestand is tegen de druk, wint het goud. En ik weet dat Erben er tijdens grote wedstrijden áltijd staat. Dat kan van Wotherspoon niet worden gezegd."
Dat zou leuk zijn, lachte Wennemars. Maar tijdens de Winterspelen mikt hij naast de kilometer bovenal op de 1500 meter. "Want dat is en blijft mijn beste afstand. Daar doet deze race niets aan af."
Salt Lake City. Wereldbeker sprint. 2e 1000 m: 1. Wotherspoon 1.07,83, 2. Wennemars 1.07,88 (NR), 3. Söndral 1.08,15, 4. Ireland 1.08,35, 5. Bos 1.08,38, 6. Fitzrandolph 1.08,54, 7. Cheek 1.08,54, 8. Van Velde 1.08,71, 9. Imai (Jap) 1.09,00, 10. Takeda 1.09,05; 21. Leeuwangh 1.09,72, 28. Oltrop 1.10,12, 37. Bouwman 1.11,50.
Stand WB: 1. Wotherspoon 200, 2. Wennemars en Ireland 130, 4. Fitzrandolph 125; Bos 82, Van Velde 26.
Vrouwen, 2e 1000 meter: 1. Völker 1.14,06 (WR), 2. Rodriguez 1.14,71, 3. Garbrecht 1.14,97, 4. Witty 1.15,18, 5. LeMay-Doan 1.15,21, 6. Timmer 1.15,45, 7. Tonoike 1.15,61, 8. Shimizu 1.15,64, 9. Thomas 1.15,82, 10. Sannes 1.15,94, 11. Nuyt 1.16,07, 21. Wijsman 1.17,04, 25. Leever 1.17,85. Stand WB: 1. Rodriguez 180, 2. Völker 170, 3. Garbrecht 150; 10. Thomas 58, 11. Timmer 55, 13. Nuyt 44.