|
Somali Internet Company is de eerste internetprovider in Somalië. Tot dusver heeft het bedrijf, dat in augustus vorig jaar begon, 230 abonnees.
|
door Teije Brandsma NAIROBI - De Amerikaanse maatregelen tegen terroristische organisaties hebben in een uithoek van Afrika, in Somalië, een onverwacht effect. Nergens is het meer mogelijk te internetten en Somaliërs kunnen geen geld meer ontvangen uit het buitenland.
Op 7 november publiceerde de Amerikaanse regering een lijst met 62 bedrijven en individuen die verdacht worden van banden met Osama Bin Laden en zijn terroristennetwerk Al-Qaeda. Twee van de bedrijven zijn gevestigd in Somalië: Al-Barakaat, de grootste werkgever in Somalië, en Somalia Internet Company, de enige internetprovider in het land.
Al-Barakaat heeft 600 aandeelhouders en houdt zich bezig met telefoondiensten, internationale geldtransacties en postdiensten. Enkele aandeelhouders zouden volgens de Amerikanen banden onderhouden met Bin Laden. Ook worden Al-Barakaat en Somalia Internet ervan beschuldigd een deel van hun winsten af te staan aan fundamentalistische groeperingen.
Een aantal jaren geleden was de extremistische moslimbeweging Al-Itihaad actief in Somalië, maar die bestaat voorzover bekend niet meer.
De tegoeden van de twee bedrijven in het buitenland zijn geconfisqueerd en ze moesten hun activiteiten staken. Vooral de sluiting van Al-Barakaat dreigt volgens VN-vertegenwoordiger in Somalië, Randolph Kent, op de korte termijn een zware klap toe te brengen aan het land, dat aan de rand staan van een "totale economische ineenstorting". Honderdduizenden Somaliërs zijn afhankelijk van geld dat familieleden vanuit het buitenland overmaken via Al-Barakaat. Volgens Kent zijn er weinig bewijzen voor banden tussen de twee bedrijven en Bin Ladens netwerk Al-Qaeda.
Er zijn in Somalië geen banken. Het transfersysteem is de enige manier om geld over te maken. Geschat wordt dat 80 procent van de bevolking financieel afhankelijk is van familieleden overzee.
Er zijn twee andere telecombedrijven die internationaal opereren, maar die kunnen de enorme toeloop van extra klanten niet aan. Veel Somaliërs kunnen nu niet telefoneren. Internet-diensten zijn afgesloten, ook tientallen hulporganisaties kunnen het internet niet meer op, en geld overmaken is onmogelijk.
Niemand twijfelt er aan dat deze toestand van korte duur is. Somaliërs staan bekend als de vlijtigste handelslui van de Hoorn van Afrika. Binnen enkele weken is waarschijnlijk een ander bedrijf opgericht dat de taken van Al-Barakaat en mogelijk ook van de internetprovider overneemt. Ook Randolph Kent van de VN zei al gemerkt te hebben dat de ondernemende Somaliërs, die kampioenen zijn in improviseren, op zoek zijn naar alternatieven.
In één opzicht heeft het vertrek van Al-Barakaat als voornaamste aanbieder van telefoondiensten een voordeel. De wildgroei van telecombedrijven in Somalië is enorm. Vóór 11 september waren er al 11 telecombedrijven. De twee die het nu extra druk hebben, bieden internationale beldiensten aan vanuit Mogadishu. De rest voorziet in lokale beldiensten.
Nergens in Afrika is internationaal bellen goedkoper. Het kost 2,30 om vanuit Mogadishu naar Kenia of naar Nederland te bellen.
De wildgroei heeft ook een groot nadeel. Op de bureaus van Somalische zakenmensen staan soms vijf telefoontoestellen. Ieder toestel hoort bij een andere telecomaanbieder. Niemand voelt zich geroepen de systemen op elkaar te laten aansluiten. Soms heb je bij een inkomend gesprek pas na de vijfde poging de juiste telefoon te pakken. Sinds 7 november hoeft er één toestel minder opgepakt te worden. Door het vertrek van Al-Barakaat is de chaos even minder.