De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
ma 3 december 2001  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
PC Thuis 2001 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 2001 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
VS onder vuur
---
Kopen 
 Speurders 
ElCheapo 
Siteshopper 
---
Met Elkaar 
Chatweb 
Vertel 
Cybercard 
Netmail 
Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
 
  Het onbegrip bij Cruyff
   
 

PUSAN - Zijn tafel is de verzamelplaats van voetbal. Michel Platini, Bora Milutinovic, Morten Olsen, Winnie Schäfer en Roger Milla, allemaal hebben ze zich rond Johan Cruyff verzameld, met die ene brandende vraag: 'Leg nou eens uit, waarom Nederland er straks niet bij is?' In het fraai, in de Aziatische stijl ingerichte Hotel Lotte Pusan, klinkt even later een diepe zucht. "Ik ben Nederlander, dus kost het me moeite om tegen buitenlanders kritiek te spuien op iets waar we trots op zouden moeten zijn. Maar op een gegeven moment kan je geen excuses meer verzinnen. Want hoe kan je iets recht praten, als ze achter elkaar de namen van spelers gaan noemen die overal in de wereld furore maken?"

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 12kb)
Guus Hiddink en Johan Cruyff.
Tijdens zijn bezoek aan Zuid-Korea, waar hij een contract met de multinational Hyundai tekende en de WK-loting verrichtte, had Johan Cruyff zich voorgenomen niet te veel kritiek op Oranje te geven en vooral niet op de man te spelen. "Ik merk soms, dat mijn commentaar gewantrouwd wordt. Alsof er rancune achter steekt. Ik vind dat vreemd. Want als ik vaststel, dat er van ons positiespel niets deugt en wij tactisch gewoon slecht zijn, dan zit daar een verhaal achter. Een verhaal, dat ik niet in een paar minuten voor een tv kan uitleggen. Maar tot vandaag de dag heb ik van de trainersvakbond nooit een reactie gekregen op wat ik op tafel gooi. Het enige wat ik hoor en lees is: 'het is niet waar'. Of dat mijn kritiek op de man gespeeld zou zijn. Ik heb nu zo'n vijf keer wat geroepen, maar nog niet één keer is er iemand geweest die zich afgevraagd heeft: waarom zegt-ie dat nou?"

In de apathie en wegwerpgebaren op zijn kritiek, herkent de beste Nederlandse voetballer uit historie, de wortel van het probleem. Johan Cruyff: "Er wordt in het voetbal een front gevormd door mensen die hun verworven territorium volledig afschermen. Officials en trainers, iedereen dekt elkaar. Intussen is de neergaande lijn van het Nederlands elftal ook doorgetrokken naar de clubs. Ook daar zijn er geen resultaten meer. En waarom? Omdat bijna iedereen hetzelfde speelt! Hoe is dat toch mogelijk?"

"Inmiddels zijn er grote tegenstellingen ontstaan tussen praktijkmensen en niet-praktijkmensen", gaat hij verder. "Dat is waanzin. Natuurlijk is het niet zo, dat het simpele feit dat je voetballer geweest bent, een garantie is dat je ook een goede trainer zal worden. Maar is die garantie er wel als je ervoor geleerd hebt? Een theorie-trainer zal altijd de ervaring van de praktijk missen. Mist net die affiniteit met wat een voetballer op bepaalde momenten van binnen voelt en hoe je daar mee om moet gaan. Dat is niet erg, maar sla het dan niet van je af!"

Johan Cruyff draait warm: "Toen ik zelf nog voetbalde, heb ik nooit een trainer langs de kant gezien met een blocnote. Later heb ik zoiets ook nooit in mijn handen gehad en mijn assistenten ook niet. Maar tegenwoordig zie je bijna niemand meer zonder een blaadje papier. Ik vraag me dan af, wat ze eigenlijk opschrijven. Want als ik als trainer naar een wedstrijd kijk, dan weet ik van iedere speler exact wat-ie kan. Maakt-ie een fout, dan doet hij iets wat-ie niet kan en zal ik hem daarop moeten wijzen. Of hij is door anderen in een situatie gekomen, waardoor hij die fout gemaakt heeft en zal ik anderen daar op moeten wijzen. Maar ik zou niet weten, waarom ik dat op zou moeten schrijven, omdat de wezenlijke kwaliteiten van je spelers en het team in je geheugen gegrift zijn."

"Als ik weer eens m'n nek uitsteek, dan gebruik ik vaak de verzamelwoorden positiespel en techniek", verduidelijkt de 54-jarige Amsterdammer. "Omdat die in wel honderd verschillende details te verdelen zijn. Als je die allemaal toetst aan de huidige situatie in ons voetbal, dan schrik je je een ongeluk. Natuurlijk is voetbal een spel van fouten, maar als je ziet hoeveel fouten er nu worden gemaakt. In de opbouw, bij het uitspelen van de tegenstander, het is niet normaal meer. Neem alleen het balbezit, dat iedereen altijd zo roemt. Ik heb hier in Korea gemerkt, dat de buitenlanders daar gewoon grappen over beginnen te maken. Omdat het in Nederland gericht is op het rondspelen van de bal en niet om het tempo van de wedstrijd te bepalen of een medespeler in een één-tegen-één-situatie te krijgen. Terwijl we daarmee groot geworden zijn, met de buitenspelers als extra troeven. Maar juist die staan nu ter discussie. En waarom? Omdat bijna niemand meer weet hoe ze gebruikt moeten worden."

Hij schudt weer het hoofd. "Voetbal is geen wetenschap, maar een natuurproduct. Met eigen wetten, die op elk niveau altijd van toepassing zouden moeten zijn. Ik zal twee voorbeelden geven. Toen ik nog jong was, was het voor een rechtsback verboden om de rechtsbuiten aan te spelen. Omdat de aanvaller ten opzichte van zijn verdediger meteen in het nadeel was. Maar wat blijkt? Vandaag de dag doet tachtig procent van de ploegen niet anders. Ook was er de regel, dat de buitenspeler ruimte moest maken, maar nu krijgt-ie de opdracht om terug te komen. Met andere woorden, wat ooit verboden werd, is nu de norm."

"Vaak krijg ik opmerkingen, waarom ik weer zo nodig wat moet zeggen? Alsof ik een kick krijg door anderen op hun nummer te zetten. Maar waarom zou ik? Ik heb het in het voetbal fantastisch naar m'n zin gehad en ben dik tevreden over wat ik als speler en trainer bereikt heb. Bovendien ben ik ontzettend trots op de twee mooist denkbare publieksprijzen: in 1974 het aanvoerderschap van het best voetballende elftal ter wereld en later coach van het best voetballende team op dat moment in de wereld. Tussen die twee topprestaties zat twintig jaar, toch speelde ik met Barcelona volgens dezelfde principes als die van 1974 en daarvoor. Simpele vuistregels die vandaag de dag nog zouden werken, als al die trainers het niet zo onnodig ingewikkeld zouden maken."

Maar hoe nu verder? Ook Johan Cruyff merkte de afgelopen dagen in Korea, hoeveel indruk de uitschakeling van Oranje heeft gemaakt. Terwijl in eigen land het sportieve echec nog her en der gebagatelliseerd werd, onderstreepten grootheden als Pelé, Michel Platini en Franz Beckenbauer hoe het Nederlands elftal straks tijdens het WK 2002 zal worden gemist. Johan Cruyff tot slot: "Maar ook nu weer zie je, hoe in Nederland de kern van het probleem wordt omzeild. We komen er niet uit en we roepen dan maar dat het aan de mentaliteit van de spelers ligt. Net zoals tien jaar geleden met de term patatgeneratie het geval was. Laatst zag ik Jong Oranje-Jong Engeland en wat me het meest is bijgebleven, is dat ieder vernuft ontbrak. Aan het hele ABC van het voetbal werd voorbij gegaan. Het hele spel, van wat is hun en wat is onze kwaliteit en hoe pak ik m'n voordeel, ontbrak. Maar als ik dan zie, hoe er na zo'n uitschakeling weer tot de orde van de dag wordt overgegaan, dan besef ik eens temeer, hoe moeilijk het zal worden om onze huidige problemen op te lossen."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


ma 3 december 2001

[terug]
     
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.