AMSTERDAM - Bouwbedrijven en vakbonden reageren teleurgesteld op het voornemen van het kabinet frauderende bouwbedrijven op een zwarte lijst voor overheidsopdrachten te zetten. "Ze maken in Den Haag nu wel erg grote stappen", reageert woordvoerder Arno Pronk van Hollandsche Beton Groep (HBG). Wel ziet de bouwsector de noodzaak in van imagoverbetering.
Dat zegt ook Roel de Vries, voorzitter van de FNV Bouw- en Houtbond. Een zwarte lijst vindt hij een stap te ver. "Door een zwarte lijst in te stellen, benadeel je ook de werknemers van frauderende bedrijven. Dat vind ik onjuist. Ik zou liever zien dat de managers eruit vliegen na bewezen fraude en dat de bewuste onderneming een boete krijgt. Dat is straf genoeg."
De Algemene Vereniging Bouwbedrijven (AVBB) vreest dat een zwarte lijst weinig oplevert. "Enkele jaren geleden is er in de bouwwereld al een poging gedaan om de bonafide en niet-bonafide bedrijven van elkaar te scheiden. Toen ging het om het witwassen van zwart geld. Dat was allemaal niet waterdicht te maken", aldus een woordvoerder van de brancheorganisatie.
Ook over de aangekondigde parlementaire enquête heerst weinig enthousiasme in de bouwsector. Volgens voorzitter Elco Brinkman van de AVBB is zo'n enquête naar de vermeende bouwfraude veel te voorbarig. Dat bouwbedrijven daarnaast moeten bewijzen dat niet met de rekeningen is geknoeid, noemde de woordvoerder van de AVBB gisteravond "een rare zaak. Het is vreemd dat je de bewijslast omdraait."
Vakbondsvoorzitter De Vries vindt het vreemd dat de overheid de vermeende wantoestanden in de bouw zo hoog opneemt. "Als wij klagen dat bouwbedrijven de cao niet nakomen, geeft Den Haag niet thuis. Het is nu wel duidelijk waar de prioriteiten liggen", aldus De Vries. HBG is van mening dat Den Haag voorzichtig moet omgaan met alle informatie rondom mogelijke fraude. De politiek heeft zich volgens de HBG-zegsman niet altijd even zorgvuldig uitgelaten over vermeende fraude in de bouwsector.
De partijen zijn het wel eens over initiatieven die het imago van de bouw moeten herstellen. "De geur van ongerechtigheid die over de sector heerst, moet worden opgeheven", vinden alle betrokkenen.