door Frank van Vliet TEL AVIV - De Israëlische bevolking wordt heen en weer geslingerd door gevoelens van rouw, angst en wraak na een serie bloedige Palestijnse aanslagen die dit weekeinde in Jeruzalem en Haifa ten minste 27 Israëli's het leven kostte en waarbij meer dan 200 gewonden vielen.

|
De Israëlische bevolking wordt heen en weer geslingerd door gevoelens van rouw, angst en wraak na een serie bloedige Palestijnse aanslagen. (Foto: AP)
|
De Palestijnse Autoriteit heeft in een reactie de noodtoestand uitgeroepen in de Westoever en de Gazastrook, een maatregel die onder meer iedereen die niet tot de politie behoort het dragen van een wapen verbiedt. Verder is gezegd dat iedere politieke beweging die zich niet achter het bestuur van de Palestijnse leider Jasser Arafat schaart zal worden verbannen. De Palestijnse maatregelen zijn onder meer ingegeven uit angst voor de te verwachte harde Israëlische reactie. In niet mis te verstane bewoordingen hebben diverse Israëlische leiders Arafat verantwoordelijk gehouden voor het geweld omdat hij niets doet om moordaanslagen van Palestijnse extremisten te verhinderen.
De bloedbaden kwamen op een moment dat de Israëlische premier Ariel Sjaron nog in de Verenigde Staten verkeerde waar hij onder meer een onderhoud had met president George Bush.
De ontmoeting was naar voren geschoven zodat Sjaron zo snel mogelijk naar zijn land kon terugkeren.
Onrust
Zoals veel wereldleiders sprak Bush zijn afschuw uit over de aanslagen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, zei "dat dit het moment van de waarheid was voor Arafat". Hij voegde daar nog aan toe dat het nu niet de taak van de VS was om Israël te vertellen hoe het op de drama's moet reageren. Een opmerking die voor grote onrust onder de Palestijnen heeft gezorgd omdat het Sjaron min of meer 'carte blanche' geeft.
Bij vorige aanslagen riep Washington steevast op tot "terughoudendheid" om de kans op een akkoord met de Palestijnen niet helemaal te vergooien. Dat zijn politieke overwegingen die gisteren niet doordrongen tot de gewonden en de getuigen van de explosies in Haifa en Jeruzalem. Daarvoor was de schok te groot. De verklaring van de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Sjimon Peres, die de aanslagen van zaterdagavond in Jeruzalem omschreef "als een van de ergste in de geschiedenis van Israël", was nog onderkoeld.
Ooggetuigen spraken van verminkte lichamen badend in het bloed en de geur van verbrand haar. "Ik zag mensen zonder armen, een man met zijn hele buik open, een kind dat zijn laatste adem uitblies", aldus Jossie Mizrahi. De aanslagen in Jeruzalem en Haifa zijn opgeëist door de Hamas-beweging en zouden wraakacties zijn voor de dood van Mahmoud Abu Hanoud, die ruim een week geleden bij een Israëlische raketaanval om het leven kwam.
Tieners
De aanslag in Jeruzalem was er duidelijk op gericht zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Twee Palestijnse zelfmoordenaars die op 40 meter afstand van elkaar liepen, bliezen zichzelf bijna tegelijkertijd op in de drukke Ben Jehudastraat. Een populaire uitgaansstraat, waar op dat moment, rond middernacht, zich vooral tieners bevonden. Het oudste slachtoffer was twintig jaar, de jongste veertien. Hulpverleners en omstanders werden twintig minuten later nog eens opgeschrikt toen in de omgeving een autobom ontplofte.
De speciale VS-gezant Anthony Zinni die gisteren op de rampplek een krans legde, werd door omstanders uitgescholden. Hij moest maar naar huis gaan en het Israëlische leger de kans geven de Palestijnen een lesje te leren. De aanslag in het centrum van de noordelijke havenstad Haifa was bijna een kopie van de aanslag van vorige week donderdag in Hadera. Ook nu had de Palestijnse zelfmoordenaar gewoon een kaartje bij de buschauffeur gekocht voordat hij zich een halte later opblies.
Het verschil was dat de bus in Haifa veel voller was. Tenminste vijftien doden waren het gevolg. Er waren bijna 50 gewonden, waarvan er twee in kritieke toestand verkeren. De kracht van de explosie, die de bus totaal vernielde, was zo groot dat het brandende voertuig nog bijna tweehonderd meter verder rolde. Het geweld bereikte ook een joodse nederzetting in Gaza, waar een inwoner door Palestijnse indringers werd gedood, vijf anderen raakten gewond. De twee Palestijnen werden later door Israëlische soldaten doodgeschoten.
Dit weekeinde werd ook bekendgemaakt dat een aanslag op de Israëlische minister van Defensie, Benjamin Ben-Eliezer, is voorkomen. De minister reageerde laconiek op het bericht. "Het zou vreemd zijn als ik niet op een dodenlijst van de terroristen zou staan."
Zie ook pag. 5 |