door Hans Kuitert KABOEL - "33.000, 33.000", brult Ali Mahmoud op de brug over de al jaren drooggevallen Kaboel-rivier. In zijn handen dikke stapels grauwgroen bankpapier, de Afghani. Het cijfer staat voor de waarde van de nationale munt tegenover de dollar.
|
De geldhandel in Afghanistan speelt zich af op straat. Banken zijn er niet. Er was een Centrale Bank, maar die is leeggeplunderd. (Foto: De Telegraaf)
|
Het is een merkwaardige munt, waarvan de wisselkoers niet wordt bepaald door een centrale bank of internationale monetaire schommelingen, maar door de ontwikkelingen aan het militaire en diplomatieke front.
Toen Kaboel werd ingenomen, werd de Afghani door de geldwisselaars prompt duurder gemaakt. Van de ene op de andere dag kreeg de klant 15.000 Afghani's minder voor zijn dollar. Met iedere overwinning van de Noordelijke Alliantie wordt de Afghani duurder. Nu zitten de geldhandelaren gespannen met een transistorradio aan het oor, om te vernemen hoe de onderhandelingen in Bonn verlopen.
Iedere ochtend wordt de trend van de dag gezet. Dan komen de honderden geldwisselaars van Kaboel bijeen in de geldbazaar, meer precies: in het kantoor van Amin Chosty. Hij leidt de vereniging van geldhandelaren. In feite is Chosty een soort directeur van de centrale bank. Dat is ook te begrijpen, want zijn leden hebben de geldvoorraad van Afghanistan in handen, niet de gouverneur van de nationale bank, de Bank Milli Afghan.
De kluizen van de centrale bank zijn leeg. Het geld is meegenomen door Haji Mullah Mohammed Ahmadi, de Taliban-baas van de bank, toen de Taliban in de nacht van 12 november de Afghaanse hoofdstad verlieten, gezien de buit van bijna zes miljoen dollar letterlijk als dieven in de nacht.
Gedurende de dag is het Chosty die de koers bijstelt, maar met individuele handelaren valt te onderhandelen over de koers. Dat is het bizarre van de geldmarkt, die goeddeels in de openlucht plaatsvindt. Wie ontevreden is met de koers blijft net zo lang soebatten totdat hij het eens wordt met de handelaar.
Voor de klant is het van groot belang te weten welke Afghani-biljetten hij koopt voor zijn dollars. De oude biljetten uit de communistische tijd, die de Oezbeekse generaal Abdul Rashid Dostum in Oezbekistan liet drukken, of de Afghani's, die de Noordelijke Alliantie van Russische persen laat rollen als zij weer eens krap bij kas zit.
De Taliban drukten geen geld, zodat alle nieuwe biljetten op de markt vooral afkomstig zijn van de Noordelijke Alliantie. "Die zijn gewoon waard wat er op staat, 10.000 Afghani's", merkt Ali Mahmoud op. "We mogen hopen dat er straks weer een centrale bank is, met veel dekking in goud."