LEUSDEN - De benaming is enigszins misleidend, omdat Team Kanjers dat aan de 24ste Dakar-rally gaat meedoen zijn betiteling 'slechts' ontleent aan de naam van de sponsor die stroopwafeltjes fabriceert. Niettemin mogen de twee KTM-motorcoureurs van het team zich wel degelijk kanjers noemen. Jaap van der Kooy (50) gaat zich immers voor de negende keer onderwerpen aan de keiharde wetten van de monsterrit door noordelijk Afrika, terwijl debutant Bertus Schoonderbeek (46) na het beklimmen van de Mont Blanc, het volbrengen van de New York Marathon en de Elfstedentocht een nieuwe uitdaging heeft gevonden in 'Le Dakar'. Mannetjesputters dus, al houdt Schoonderbeek een slag om de arm: "Pas op 13 januari als ik Dakar gehaald heb, mag ik mij echt een kanjer noemen".
|
Jaap van der Kooy (50) (r) gaat zich voor de negende keer onderwerpen aan de keiharde wetten van de monsterrit door noordelijk Afrika, terwijl debutant Bertus Schoonderbeek (46) een nieuwe uitdaging heeft gevonden in 'Le Dakar'.
|
Wat die mannen van middelbare leeftijd begeestert om straks in de woestijn ontberingen, gevaren en de elementen te trotseren? Van der Kooy doet daar niet ingewikkeld over. De horeca-ondernemer uit Leiden keek enige jaren terug al weer na een succesvol zakenleven in de spiegel en zag daarin een wat vermoeid ogende man wiens leven alleen maar uit werken bestond. 'Is dat nou alles', zong de befaamde popgroep Doe Maar al eens en zo dacht ook Van der Kooy die zijn leventje wat meer kleur wilde geven. Zijn droom om de Dakar-rally te voltooien zag hij in 2000 eindelijk uitkomen. En nu zal hij weer aan de start staan, ditmaal in Arras, want hij kon de verleiding weer niet weerstaan.
Toch hoort hij dat mensen hem voor gek verklaren en sommige Dakar-kenners hopen dat hij niet nog eens in het harnas zal sterven, wetend dat Van der Kooy nou niet bepaald tot de meest begaafde offroad-rijders behoort. Bovendien mag de zakelijk geslaagde vijftiger van geluk spreken dat hij niet in een rolstoel is beland. Vorig jaar tuimelde hij in de Egypte-rally door eigen schuld van een duintop ("er stonden nota bene drie uitroeptekens in mijn roadbook") en kwam een week later weer bij kennis in een ziekenhuis in Turijn. De Italiaanse organisatie was blij dat hij weer bewoog nadat hij twee ruggenwervels had gebroken, al waren de eerste woorden van Van der Kooy na de ontwaking: "Ik moet naar de finish...."
Door dat ongeluk zou hij aan de komende Dakar-rally met een vrachtwagen deelnemen, maar toen hij volledig genezen werd verklaard door de Belgische wonderdokter Martens, veranderde hij van gedachte. Het motto 'je bent pas een vent als je een motorrijder bent' kon hij niet loslaten. En verklaarde hij: "Ik doe dit alleen nog maar voor de 'fun'. Mijn Belgische vriend Marc Lauwers die op de vrachtwagen zit ter ondersteuning, zei 'gij zijt een zot'. Maar laat ik dit nu doen, want ik heb daar lol in. Ik zie om me heen zoveel mensen van mijn leeftijd met allerlei enge ziektes dood gaan, dat ik doe waar ik zin in heb. Bovendien is Dakar zo geestverruimend, dat is niet uit te leggen."
Bertus Schoonderbeek uit Leusden en aannemer van beroep stond vorig jaar aan de start van Parijs-Dakar en wist meteen: "Ik heb elke dag aan de buis gezeten en steeds alle controleposten bij gehouden wie er door kwamen. Ik wilde ook meedoen. Allemaal hebben we wel eens een droom. Tijdens een skivakantie opperde ik aan vrienden dat ik aan Dakar wilde meedoen. Dat is prettiger dan achter de geraniums of op een grote boot te zitten. Ik heb twee keer de rally van Tunesië gereden, een keer de rally van Egypte maar nu wil ik het grotere werk aan. Een beetje eeuwige roem nastreven, maar dan wel op mijn niveau". Hij kreeg steun van zijn vrienden Coo Bosman en Meindert Vlugt, ook al twee grote, kleine kinderen "die nooit volwassen zijn geworden", lachte Coo die ooit de Mount Everest en Mont Blanc beklom met als slogan "dat je alles in het leven een keer moet hebben meegemaakt". Ook zij leven mee op 'Le Rêve', die zo door Dakar-patron Hubert Auriol wordt gepropageerd.