NEW YORK - De Amerikaanse vlag wappert fier bij een afgelegen landingsbaan in de Afghaanse woestijn, zo'n 100 kilometer ten zuidwesten van Kandahar - het laatste Taliban-bolwerk. De mariniers, die hier een bruggenhoofd hebben gevormd, oefenen met mortieren, terwijl Humvees volgeladen met antitankwapens en machinegeweren de basis worden opgereden.
Het vliegveldje is ooit aangelegd door een steenrijke Arabier die met privé-jets op dierenjacht ging. Nu worden de spaarzame gebouwen ingericht als hospitaal en commando-hoofdkwartier. De mariniers voeren patrouilles uit en helpen bij het vaststellen van doelen voor luchtaanvallen.
De Amerikaanse luchtmacht verwoestte dinsdagavond een complex in Kandahar dat volgens inlichtingendiensten gebruikt werd door het leiderschap van de Taliban en Osama bin Ladens terroristenleger Al-Qaeda. Volgens het Pentagon was Taliban-leider Mullah Mohammed Omar echter niet aanwezig. Omar riep zijn troepen gisteren op door te vechten, terwijl volgens de Amerikanen in nog resterende verzetshaarden verspreid over Afghanistan tal van Taliban-militairen zich overgeven. De strijd concentreert zich meer en meer op Kandahar.
Vluchtwegen
Volgens generaal Tommy Franks, bevelhebber van Operatie Duurzame Vrijheid, zijn de 1100 mariniers voornamelijk belast met het opvoeren van de militaire pressie op de leiders van het Taliban-bewind die zich hebben teruggetrokken in de ommuurde stad. Ook moeten de troepen mogelijke vluchtwegen voor de Taliban en hun protégés van Al-Qaeda afsluiten. "Als Bin Laden wordt gesignaleerd, pakken we hem natuurlijk", aldus kapitein Stewart Upton.
Terwijl de troepenmacht nog volop bezig was met het versterken van de basis, werd gisteren bekend dat de eerste Amerikaanse oorlogsdode is gevallen. Het gaat om CIA-officier Johnny Michael Spann. Hij kwam om het leven bij de bloedige onderdrukking van een opstand van gevangen Taliban-strijders in de noordelijke stad Mazar-i-Sharif. |