buitenland KANDAHAR - Vanuit het laatste Taliban-bolwerk Kandahar heeft de geestelijk leider van de Taliban mullah Omar gisteren zijn volgelingen opgeroepen geen enkel gebied in Afghanistan te ontruimen en de strijd voort te zetten. Ondanks zware bombardementen door de Verenigde Staten en pogingen tot onderhandelen door leiders van Pasjtoen-groeperingen, blijven de Taliban zich tot het laatst verzetten tegen verdrijving uit de strategisch belangrijke grensplaats Spin Boldak en Kandahar.
Veel inwoners van Kandahar zijn doodsbang. De stad is overspoeld met buitenlandse Talibanstrijders uit Tsjetsjenië en Saoedi-Arabië, die bereid zouden zijn tot de dood te vechten. "We zijn onschuldige slachtoffers bij de frontlijn. We zullen worden afgeslacht", zei een winkel- eigenaar.
De strijd in het zuidoosten van Afghanistan ontwikkelt zich anders dan de verdrijving van de Taliban uit de rest van het land. Daar was er sprake van een staand leger van de Noordelijke Alliantie, aangevuld door plaatselijke strijders, dat vanuit de lucht werd ondersteund door de VS. Nu wordt de strijd gevoerd door een bonte verzameling van plaatselijke Pasjtoen-leiders, wier materieel niet toereikend is de Taliban in het veld te lijf te gaan. De VS, met zo'n 1000 man aanwezig ten zuidwesten van Kandahar, hebben vooralsnog evenmin de slagkracht op de grond om de duizenden Taliban-strijders in Kandahar te kunnen verslaan.
Dientengevolge is er nu een patstelling ontstaan, waarbij omsingeling en afmatting van de Taliban het voorlopige doel lijkt te zijn. De recente inname door Pasjtoen-troepen van het plaatsje Tachta Poel, op de weg naar het Pakistaanse Quetta een belangrijke schakel in de bevoorrading van Kandahar, speelt daarin een sleutelrol.
Tegelijkertijd gaf die verovering een beeld van de beperkingen van dergelijke troepen. Een van de leiders, de voormalige gouverneur van Kandahar Goel Agha, zou 2500 tot 3000 man ter beschikking hebben. Ze zijn licht bewapend met machinegeweren, raketlanceerders en kleine artillerie, ingevlogen door Amerikaanse Chinook-helikopters. In door de VS aangeleverde uniformen scheuren ze door de woestenij in pick-up trucks zonder pantsering.
Uit de richting van Herat naderen Pasjtoen-tegenstanders van de Taliban tamelijk snel over de hoofdweg, daarmee de westelijke kant van Kandahar afschermend.
De afgelopen dagen hebben de Pasjtoen, ondersteund door Amerikaanse bombardementen, tevergeefs getracht met de Taliban in het smokkelnest Spin Boldak tot een vergelijk te komen. Onderlinge rivaliteit van de anti-Taliban-leiders zou daar mede debet aan zijn. Berichten uit Tachta Poel, waar 160 Taliban-strijders voor de ogen van een aantal Amerikanen met machinegeweren werden neergemaaid, onderstreepten gisteren een belangrijke reden voor de onverzettelijkheid van de overgebleven Taliban: er lijkt weinig kans te zijn dat zij nog aan de dood ontkomen.
Een ontsnappingsmogelijkheid ligt nog in het onherbergzame terrein ten noorden en noordwesten van Kandahar. In die streek zijn geen anti-Taliban-strijders en Osama bin Laden heeft er nog een fort in Argandab. De Amerikanen bombarderen zwaar ten noorden van de stad in een poging ook deze weg af te snijden.