en ANKARA/BERLIJN - Een door president Bush als mogelijkheid geopperde uitbreiding van de strijd tegen terrorisme door een aanval op Irak, heeft binnen de westerse anti-terreurcoalitie verdeeldheid gezaaid. Parijs en Berlijn voelen niets voor een dergelijke aanval. Turkije zou zijn verzet tegen een eventuele militaire operatie tegen Irak misschien kunnen herzien. Dit heeft de Turkse minister van Defensie Sabahattin Cakmakoglu gisteren gezegd.
De Duitse bondskanselier Gerhard Schröder sprak zich gisteren tijdens een debat in de Bondsdag uit tegen uitbreiding van de oorlog tegen het terrorisme naar andere landen, in het bijzonder naar het Midden-Oosten.
De Amerikaanse president George W. Bush verklaarde eerder "dat er oorlog zal zijn, overal waar zich terroristen schuil houden". De Amerikanen hebben hierbij in het bijzonder Irak en Somalië op het oog.
De Duitse kanselier staat onder druk van de Groenen, die onlangs met krappe meerderheid instemden met Duitse beschikbaarstelling van militairen. Schröder zei er alles aan te willen doen de anti-terreurcoalitie overeind te houden, maar er niets voor te voelen de strijd naar andere brandhaarden uit te breiden.
De Franse minister van Defensie, Alain Richard, zei geen noodzaak te zien de strijd naar Irak uit te breiden.
Wegens de strategische ligging van Turkije, buurland van Irak met een belangrijke NAVO-vliegbasis in de Zuid-Turkse stad Incirlik, zou zijn keuze voor deelname van enorm belang zijn.
Turkije wilde aanvankelijk geen oorlog tegen Irak. Ankara heeft aan de Golfoorlog, toen Incirlik door de VS als vliegbasis werd gebruikt, ongeveer 40 miljard dollar aan handel met het buurland verloren en vreest bovendien voor een grote stroom Iraakse vluchtelingen.