DEN HAAG - Dé doorbraak voor de Nederlandse biologische varkenshouderij, zo wordt de gisteren gesloten overeenkomst tussen Albert Heijn en slachterij Dumeco voor de afzet van biologisch scharrelvarkensvlees al genoemd. Jarenlang lag er amper biologisch varkensvlees in de winkels omdat er volgens de supermarkten te weinig aanbod was.
De varkenshouders die wel wilden omschakelen stelden op hun beurt dat zo'n avontuur zonder goede afzetkanalen een roekeloze onderneming zou zijn. Maar nu zijn vraag- én aanbodkant tot elkaar gekomen, daarbij ondersteund door een extra subsidie van het ministerie van Landbouw. Grootgrutter Albert Heijn en slachterij Dumeco hebben gisteren, onder regie van het Platform Biologica, de organisatie voor biologische landbouw, een overeenkomst gesloten over de uitbreiding van het assortiment biologisch scharrelvarkensvlees.
De omschakelende varkenshouders krijgen van Dumeco-onderdeel De Groene Weg meerjarige contracten aangeboden met een prijsgarantie en afnameplicht. De leverancier levert dit vlees dan gedurende 3,5 jaar aan Albert Heijn. Hierdoor zal eind 2002 in zo'n 200 AH-supers biologisch varkensvlees te krijgen zijn. In het voorjaar van 2003 zal dat worden uitgebreid naar 500 winkels. Rond 2004 moet biologisch scharrelvarkensvlees zo'n 15% van het totale assortiment varkensvlees van de supermarktreus uitmaken.
Albert Heijn verkoopt momenteel scharrelvarkensvlees in slechts 75 winkels. "Het dilemma voor ons was altijd dat er een te beperkt aanbod van biologisch varkensvlees was, terwijl er juist wel veel vraag naar was en is van de consument", zegt AH-woordvoerster Liliane van Heteren. Dankzij de overeenkomst met Dumeco is Albert Heijn de komende jaren verzekerd van een vast aanbod, terwijl de boeren een goede prijs voor hun scharrelvarkens beuren.
Hoe groot het prijsverschil zal zijn tussen het gangbare varkensvlees en de biologische variant kan Albert Heijn nog niet zeggen. Momenteel ligt dat verschil op tussen de 20 en 30%. "De prijs hangt van veel factoren af, zoals de hoeveelheid boeren die meedoen, de efficiëntie van de productieketen en welke eindproducten je kunt maken." Zo zou AH graag zien dat er ook biologische varkensvleeswaren in het assortiment worden opgenomen. "Nu kan dat niet, omdat je daar nitriet in moet verwerken." En dan mag het product niet meer het predikaat 'biologisch' dragen.
"Zeg maar gerust dat dit dé doorbraak is voor de biologische varkenshouderij. Van pioniers worden we nu een serieuze sector", zegt Maurits Steverink, ketenmanager biologische varkenshouderij van boerenorganisatie LTO-Nederland.
Tot nu toe telt ons land 38 biologische varkenshouders. "We verwachten dat het aanbod door deze regeling drie tot vier keer groter wordt." Omschakelen van gangbare varkenshouderij naar biologisch was tot nu toe een groot avontuur omdat er eigenlijk geen goede afzetkanalen waren. "Nu is dat wel gegarandeerd. In de overeenkomst tussen Albert Heijn en Dumeco is een opbrengstprijs overeengekomen die ruim boven de kostprijs ligt, dus inclusief afschrijvingen voor gebouwen en dergelijke. Dat maakt het voor boeren dus aantrekkelijk om om te schakelen."
Er komt bij de omschakeling van gangbaar naar biologisch nogal wat kijken. "De kosten voor het omschakelen komen voor een reguliere varkenshouder met 100 dieren al snel op zo'n 453.000 uit", aldus Steverink. Daarvan vergoedt het minsterie straks eenderde. De kosten zitten hem vooral in de bebouwing, omdat de biologisch gehouden varkens in twee maal grotere hokken huizen dan hun gangbare collega's. Zo mogen de fokzeugen de hele dag grazen in de wei, terwijl de overige dieren allemaal een permanente uitloopmogelijkheid naar buiten moeten hebben. Verder is het voer voor de dieren veel duurder en is er per dier meer arbeid nodig.
Een ander groot verschil met de reguliere varkenssector is dat de biologische sector echt vraaggerelateerd is. "In de gangbare varkenshouderij moet je maar afwachten of er altijd vraag is naar je product", aldus Steverink.