PARIJS - Het ministerie van Defensie wil circa 100 miljoen gulden meebetalen aan een Frans militair project voor onbemande verkenningsvliegtuigjes. In ruil voor deze investering verwacht de Nederlandse krijgsmacht een aantal van deze Franse 'drones' te mogen gebruiken voor vredesoperaties.
Minister Frank de Grave van Defensie heeft dat gisteren in Parijs meegedeeld na overleg met zijn Franse collega Alain Richard. Volgens De Grave was zijn ambtgenoot zeer enthousiast over het voorstel.
Het Franse ministerie van Defensie is onlangs het project voor onbemande verkenningsvliegtuigjes gestart, maar heeft slechts dekking voor de helft van de kosten. Omdat het project van 24 drones in totaal 330 miljoen kost, voorziet een Nederlandse bijdrage van circa 100 miljoen grotendeels in het budgettaire tekort.
"Het mes snijdt aan twee kanten", aldus De Grave. "De Fransen staan in principe positief tegenover een Nederlandse financiële bijdrage en voor ons is het veel goedkoper om deze drones te 'lenen' in plaats van zélf een afdeling voor onbemande verkenningsvliegtuigjes op te zetten."
De minister wijst daarbij op soortgelijke samenwerkingsprojecten met Duitsland en Groot-Brittannië. Defensie heeft 100 miljoen gulden vrijgemaakt ten behoeve van Duits luchtmachttransport. Hierdoor zullen in de toekomst Nederlandse militairen gebruik kunnen maken van Duitse transportvliegtuigen. Eenzelfde bedrag is geïnvesteerd in een mobiel Brits hospitaal, waarvan de Nederlandse krijgsmacht ook gebruik kan maken.
Ten aanzien van de financiering zegt minister De Grave voor dit soort meerja renprojecten ruimte te hebben op zijn huidige begroting. Hij verwacht dan ook geen moeilijkheden van de zijde van de Tweede Kamer.
Nederland en Frankrijk hebben gisteren tevens afgesproken een rapport te schrijven over het defensiebeleid met betrekking tot de aanslagen van 11 september. De Grave en Richard zijn het eens dat de consequenties voor het bestaande beleid minimaal zijn, maar dat er wel extra inspanningen geleverd moeten worden om terrorisme te bestrijden. Hij denkt hierbij aan meer nadruk op informatievoorziening en speciale gevechtseenheden.
Nederland en Frankrijk zullen hun initiatief gezamenlijk gaan agenderen bij de NAVO, waar de plannen in een groter verband uitgewerkt moeten worden.