AMSTERDAM - De Nobelprijs voor Natuurkunde 2001 is toegekend aan twee Amerikanen en een in de Verenigde Staten wonende Duitse wetenschapper. Dit werd gisteren bekend gemaakt door de Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen.
Eric A. Cornell (39) en Carl Wieman (50) kregen deze 'prijs der prijzen' voor hun werk dat leidde naar een nieuwe staat waarin een materie gebracht werd. De twee Amerikanen slaagden erin 2000 rubidium atomen af te koelen tot 0,000 000 02 graden boven het absolute vriespunt op zich al een unicum. De atomen verzamelden zich op dat punt tot een superatoom, dat zich gedroeg als één entiteit. Of zoals de jury het uitdrukte: "De laureaten zijn er in geslaagd atomen eenstemmig te laten zingen." De Duitser Wolfgang Ketterle (43) deed onafhankelijk soortgelijke experimenten met natrium atomen.
Vandaag worden de Nobelprijzen voor Scheikunde en Economie bekend gemaakt en morgen de Nobelprijs voor Literatuur. Vrijdag volgt de bekendmaking van de winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede.