VOORBURG - Het gaat steeds beter met onze tanden en kiezen. Het aantal volwassen Nederlanders met een kunstgebit is de laatste twintig jaar meer dan gehalveerd.
In 1981 had nog bijna eenderde (32 procent) van alle volwassenen een gebitsprothese; nu is dat minder dan 16 procent. Goed poetsen en regelmatig naar de tandarts gaan werpt zijn vruchten af, zo blijkt uit recent onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ook is er een groeiende waardering voor het behoud van het natuurlijk gebit.
Uiteraard hebben ouderen relatief vaker een kunstgebit, maar dat geldt ook voor ziekenfondsverzekerden en lager opgeleiden. Een kleine 15 procent van de 65-plussers heeft geen gebitsprothese; 59 procent heeft een volledig kunstgebit en 10 procent alleen onder of boven.
Van de tien jong-volwassenen (tussen 16 en 45 jaar) eten en praten er negen zonder prothese. Zeven procent van deze leeftijdscategorie heeft een plaatje of een brug; één procent heeft boven of onder een kunstgebit en nog eens één procent een volledige gebitsprothese.