AMSTERDAM - Nederland was vorig jaar zowel absoluut als relatief de op twee na grootste nettobetaler aan de Europese Unie. Per saldo was ons land 1,74 miljard euro kwijt aan Brussel, ofwel 0,44% van het bruto nationaal product. Alleen Zweden (0,50%) en Duitsland (0,47%) betaalden per saldo nog meer aan de Unie, zo blijkt uit cijfers die Eurocommissaris Schreyer (Begroting) gisteren in Brussel presenteerde.
In absolute getallen was Duitsland de grootste nettobetaler, met Groot-Brittannië als tweede en Nederland op de derde plaats.
Frankrijk was de grootste ontvanger van EU-gelden, vooral doordat het land altijd veel landbouwgelden opstrijkt. Parijs ontving 16,7% van een totaal budget van 73,1 miljard euro. Voorheen was Spanje altijd de grootste handophouder, maar dat land wisselde vorig jaar stuivertje met de Fransen en kreeg toen 14,9% uit de Brusselse ruif. Nederland ontving 3% van alle uitgaven.
Als de subsidiebedragen als percentage van het bnp worden bekeken, dan profiteert Griekenland met afstand het meest; ruim 4,5% van het bnp werd door Brussel gefourneerd. Portugal en Ierland volgen daarachter met Spanje op de vierde plaats. Deze vier landen zijn ook de armste van Europa. Voor hen zijn de speciale cohesiefondsen in het leven geroepen.