AMSTERDAM - Kabelbedrijf UPC brengt zijn zakelijke telefonieochter Priority volgende week naar de beurs. De beursgang staat op de agenda voor vrijdag 28 september. Dat is precies op tijd. Als Priority niet voor 1 oktober van dit jaar een beursnotering krijgt, dan moet UPC aan mede-aandeelhouders van Priority een boete betalen van $200 miljoen.
Zo'n extra schuldbedrag kan de kabelaar zich niet veroorloven. Het bedrijf gaat al gebukt onder een miljardenschuld.
UPC moet het belang van Priority voor 1 oktober van dit jaar naar de beurs brengen om te voorkomen dat de aandeelhouders van Cignal Global Communications aanspraak mogen maken op een bedrag van $200 miljoen in contanten of aandelen UPC. UPC-dochter Priority kocht vorig jaar het Amerikaanse Cignal en sloot toen een overeenkomst met de aandeelhouders van Cignal om voor 1 oktober met een uitkoopregeling te komen voor het belang van 16% dat zij toen in Priority kregen.
De telecom-dochter zal een deel van UPC's schuldenlast overnemen. Ook krijgt de onderneming een zodanige hoeveelheid kasgeld mee dat het bestaande businessplan kan worden uitgevoerd. Er zal geen nieuw kapitaal worden opgehaald met de beursgang. Verwacht wordt dat het prospectus volgende week vrijdag zal verschijnen.
Het afgelopen jaar zocht UPC tevergeefs naar een koper voor het zwaarverliesgevende Priority. De telecomdochter boekte in de eerste helft van dit jaar een verlies van 49 miljoen bij een omzet van 130 miljoen. Analisten waarderen Priority op circa 300 miljoen.