AMSTERDAM - Ook al is er nog geen schot in woede afgevuurd, een wereldwijde coalitie tegen terreur en haar ondersteuners lijkt al ver gevorderd. Daarin worden, vooral in Azië, oude vriendschappen hersteld, vijandschappen voor het moment vergeten. Maar nationale belangen blijven een belangrijke rol spelen, zij het op de achtergrond.

|
Een F-14A "Tomcat" aan boord van de USS Enterprise. (Foto: AP)
|
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, maakte donderdagavond met enkele woorden duidelijk wie de tegenstander is. Op de vraag of het Osama bin Laden was, zei hij, voor het eerst, zonder omwegen "yes". Ook gaf hij de marsroute aan: eerst onweerlegbare feiten verzamelen, die bekendmaken en dan "gaan we achter die groep, dat netwerk en hen die het geholpen hebben aan. Zijn we daarmee klaar, dan gaan we door met een wereldwijde aanval op terrorisme in het algemeen."
Turkije, dat al eerder zijn volledige steun aan de anti-terreuroperaties had beloofd, heeft gisteren zijn strijdkrachten in verhoogde staat van paraatheid gebracht. Dat land is al een belangrijke basis voor de voortdurende verkennings- en bombardementsvluchten tegen Saddams Irak.
President Jiang Zemin van China heeft president Bush volledige steun beloofd bij de strijd tegen terreur. Zijn land heeft daar alle belang bij. Het is opgenomen in de rij van beschaafde, verantwoordelijke mogendheden, ontvangt volgende maand president Bush en wil ook internationale conferenties organiseren zonder terreurdreiging.
Absoluut onmisbaar in een anti-terreur-coalitie is Pakistan, de ideale uitvalbasis voor een aanval op Afghanistan. President Bush heeft de Pakistaanse machthebber generaal Musharraf al de duimschroeven aangezet en van hem een verklaring van "onvoorwaardelijke steun" ontlokt. Maar om de daad bij het woord te voegen is meer nodig en daarvoor is de Pakistaanse generaal Mahmood Ahmed in Washington. Hij is het hoofd van de oppermachtige inlichtingendienst ISI, een ware staat in de staat, die al decennia een eigen politiek voert.
De ISI wordt genoemd als de toeverlaat, de leverancier en de financier van tal van islamitische terreurgroepen, in Afghanistan, Kashmir, India en eigenlijk heel de wereld.
Als die banden worden opgeofferd, moet daar wat tegenover gesteld worden. Herstel van de oude vriendschapsbanden uit de Koude Oorlog met de VS is politiek gezien interessant voor Pakistan. Maar generaal Musharraf zal nog veel liever voor zijn arme land een flink deel van de begroting van 100 miljard gulden ontvangen die het Amerikaanse Congres heeft uitgetrokken voor beleid na 11 september 2001.
Ook India heeft gisteren zijn grondgebied ter beschikking gesteld voor anti-terreuroperaties. Misschien is het weinig meer dan symboliek, maar als bijna geen ander land heeft India belang bij bestrijding van terreur, die met de regelmaat van een klok toeslaat in Kashmir en andere delen van het land.
De VS hebben Arabische landen als Egypte, Jordanië en Saoedi-Arabië ook nodig bij een wereldwijd gevecht tegen terreur. Zij hebben ervaring in terrorismebestrijding en kennis van de duistere netwerken van de terroristen. Jordanië bijvoorbeeld voorkwam in 1999 nog een aanslag van Bin Laden op de plaatselijke toeristenindustrie.
Ook Israël zal ongetwijfeld zijn specialistische kennis willen delen, maar dat moet in het verborgene: de VS willen niet al te direct met Israël geassocieerd kunnen worden om de Arabieren niet voor het hoofd te stoten.