do 13 september 2001
|
|
D E T E L E G R A A F B U I T E N L A N D
|
|
|
|
NEW YORK SPOOKSTAD
door Joost de Haas |
|
|
|
NEW YORK - Een dag na de monsterlijke aanslag op het World Trade Center biedt New York bij het ontwaken de aanblik van een spookstad. Geen druk verkeer, geen mensenmassa's die in alle vroegte naar hun werk snellen in het financiële centrum van de wereld. Het leven staat stil en deze trotse, machtige miljoenenstad huilt, is verbijsterd en nog vervuld van ongeloof over de horror die vermoedelijk aan vele duizenden mensen het leven heeft gekost.
|
Een dag na de monsterlijke aanslag op het World Trade Center biedt New York bij het ontwaken de aanblik van een spookstad. (Foto: AP)
|
Overal is politie op straat, soms begeleid door manschappen van de Nationale Garde of militairen en mariniers in camouflagepak. Lopend vanaf de Fifth Avenue is een enorme rookpluim zichtbaar op de plek waar 24 uur eerder de Twin Towers nog fier boven de stad uittorenden. De straten rondom het Empire State Building zijn afgesloten om te voorkomen dat deze legendarische wolkenkrabber, die nu weer de grootste is van New York, het doelwit wordt van een autobom. Af en toe is hoog boven de stad het geraas te horen van gevechtsvliegtuigen die het luchtruim beveiligen.
Sommige New Yorkers staan geheel verdwaasd te staren naar de walmende krater in de skyline op het zuidelijke punt van het eiland. Bill Busby kijkt met bloeddoorlopen ogen in de verte, in het niets, en zegt: "Ik kan het nog steeds niet geloven." Hij is onderweg naar het ziekenhuis om bloed af te staan. "Ik weet, er staan hele lange rijen, maar ik wil helpen."
Afgesloten
Banken, scholen en overheidsgebouwen zijn gesloten, evenals de bruggen en tunnels die toegang geven tot het getroffen gebied. De rampplek en de directe omgeving is hermetisch afgesloten. Ten zuiden van de veertiende straat is de noodtoestand van kracht, de haven en de rivieren zijn onder controle van de strijdkrachten gebracht. In diverse straten staan rijen bulldozers opgesteld, klaar om de oorlogszone binnen te trekken. Colonnes brandweerwagens rijden af en aan, gevolgd door bussen met reddingswerkers.
Bij een van de dranghekken staat een vrijwilliger met een stoflap voor zijn mond en een schep in de aanslag. Jerry Newberger wordt niet toegelaten, hij behoort niet tot de officiële reddingswerkers. Teleurgesteld druipt hij af. Hij passeert een eenzame zwerver, gedrapeerd in een Amerikaanse vlag.
Onder het publiek klinkt de roep om wraak, keiharde wraak. "Ze moeten Osama bin Laden z'n kop er afhakken", schreeuwt een bejaarde man doelend op het vermeende brein achter de gruwelijke aanvallen. "Bommen gooien op een paar doelen helpt niets, dat heeft het verleden uitgewezen. Deze laffe massamoordenaar moet gewoon worden geliquideerd. Ik hoop dat Bush het aandurft."
Gejuich klinkt op wanneer bekend wordt dat, wonder boven wonder, minstens zes mensen levend onder de immense berg puin vandaan zijn gehaald. Eén van de duizenden reddingswerkers loopt dodelijk vermoeid naar een bus. Joe diGenova, bedekt met een dikke laag stof, is blij dat hij wordt afgelost. Hij verhaalt van de overweldigende hitte in het massagraf. "Het is bijna niet te doen, maar we moeten doorzetten."
Paniekaanval
Even later, even voor tienen, breekt in Midtown Manhattan voor de ingang van het treinstation Grand Central grote paniek uit. Ongeveer 100 mensen rennen ogenschijnlijk voor hun leven uit de richting van Park Avenue. De alom aanwezige politie sluit onmiddellijk het hele blok af en ontruimt de gebouwen, terwijl gezocht wordt naar een verdacht pakket.
"Jee, wat is er nou weer aan de hand, ik háát dit", zo klaagt een schoenpoetser die aan de radio is gekluisterd. Het blijkt uiteindelijk loos alarm; één van de vele angstaanvallen die de stad nog lang zullen treffen in de nasleep van de verschrikkelijke tragedie. |
|
|
zoek naar gerelateerde artikelen
do 13 september 2001
|
|
|
|
|
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.
|
|
|