DELFT - Dat de twee WTC-torens na de impact van een vliegtuig nog zo lang hebben kunnen staan is volgens de Delftse hoogleraar bouwtechnologie prof. ir. J. Berenbak 'een wonder'.
Berenbak, specialist op het gebied van het bouwen van wolkenkrabbers met stalen constructies: "Dit soort staalconstructies hebben weliswaar een behoorlijke veerkracht maar wanneer er een vliegtuig met een snelheid van meer dan 500 kilometer per uur in vliegt mag je op grond van een dergelijke impact redelijkerwijs verwachten dat het meteen inelkaar dondert."
Volgens hem is de langdurige brand in beide torens er de oorzaak van geweest dat de gevaarten uiteindelijk als een kaartenhuis in elkaar zijn gestort.
"Je moet je een dergelijke wolkenkrabbber voorstellen als een grote huls waar de verdiepingen in zijn gehangen met stalen verbindingsstukken die aan die koker gehecht zijn. Het staal van die verbindingsstukken is slechts in beperkte mate bestand tegen de hitte. Bij oververhitting laten ze los waardoor de vloerpanelen eenvoudig los komen van de huls en recht naar beneden vallen op de vloer er onder. Zo treedt er een kettingreactie op die uiteindelijk maakt dat de hele zaak instort," aldus Berenbak.
Bij de bouw van het World Trade Center is wel degelijk rekening gehouden met de mogelijkheid dat een groot vliegtuig tegen een van de torens zou vliegen. De gebouwen zijn daartegen bestand, zei de ontwerper van de Twin Towers, Leslie E. Robbertson, in 1993 tegen het dagblad voor de bouw Cobouw.
Robbertson sprak dat jaar op de TU in Delft, naar aanleiding van de eerste aanslag op het World Trade Center in februari '93. Die aanslag was vermoedelijk ook bedoeld om een van de torens omlaag te krijgen maar dat lukte toen niet. Volgens Robbertson was dat te danken aan de constructie van de torens, die niet te verbeteren zou zijn. Ook in storm, aardbevingen en een ''aanvlieging'' door een Boeing 707 was voorzien bij de bouw, stelde Robbertson in de krant.