NANTES - De verstandigste opmerking kwam op naam van Arnold Bruggink. "We moeten nu maar eens niet zo'n grote mond hebben", zei de spits van PSV na de loting voor de Champions League. Hij reageerde daarmee op de windvlaag van zelfoverschatting die in Nederland vaak de kop opsteekt wanneer op het oog minder aansprekende tegenstanders worden ontleed. Wat wist men eigenlijk van FC Nantes Atlantique? Ja, ze spelen in geel en groen. En dat de gekooide 'Kanaries' zo miserabel zijn gestart in de competitie; toch ook een indicatie dat niemand lang wakker hoeft te liggen? "Maar we hebben het over de kampioen van Frankrijk. Dan moet je wel wat kunnen", riep Bruggink de opiniepeilingen een halt toe.

|
PSV-aanvaller Jan Vennegoor of Hesselink ruimt na de training de ballen op. (Foto: Fotografie Rob de Jong)
|
Nantes mag beschouwd worden als een oase van rust in een lawaaierige wereld. Vorig seizoen kwam de ploeg van trainer Raynald Denoueix ook pas na elf wedstrijden op stoom. In die donkere periode raakte geen mens in paniek, als altijd vertrouwend op de krachtbron die de club al decennia lang draaiende houdt: de voetbalschool. En het kwam inderdaad weer goed. Nantes werd kampioen, de achtste titel sinds de oprichting in 1943.
In dat nog tamelijk korte leven versleet Nantes typerend voor de stabiliteit slechts vijf trainers. Meestal oud-voetballers die trouw zijn aan het adagium van de club. Miroslav Blazevic, voormalig bondscoach van Kroatië, was de uitzondering die de regel bevestigt. Hij werd beschouwd als een outsider die Nantes wilde 'bevuilen' met grote namen en groot geld. Snel greep het management weer naar de wortels onder het stadion met die golvende vormen en adellijke naam: La Beaujoire-Louis Fonteneau.
Alvorens hij hoofdtrainer werd, gaf Denoueix tussen 1982 en 1997 leiding en vorm aan de jeugdopleiding. Nantes wordt soms vergeleken met Ajax, maar slaagt er veel meer dan de Amsterdammers in om de ziel bij de duivel weg te houden. Van de kampioensploeg waren 20 van de 25 spelers door Nantes opgeleid en die verhouding blijft zo.
Een parallel met Ajax is eveneens de leegloop halverwege de jaren negentig. In 1996 moest Ajax de Europa Cup 1 laten aan Juventus, dat in de halve finale had afgerekend met Nantes. Beide verliezers verloren daarna hun beste spelers aan de Europese topclubs. Waar ze bij Ajax echter al blij zijn met 'anderhalf' talent per jaar die doorbreekt, produceert Nantes een veelvoud daarvan. Een prestatie die de frustratie verdringt. Twee weken terug nog vertrok vedette Eric Carrière, Frans voetballer van het jaar, naar het veel rijkere Olympique Lyon. "Het is ons lot", zei Denoueix kort en ging weer over tot de orde van de dag. Want hij kent zijn klassieken. Deschamps, Karembeu, Desailly, Pedros, Quédec; ze werden allemaal opgevolgd. Topspelers (negen) uit de clubhistorie bewaken de unieke cultuur, een beleid dat nu trouwens ook bij PSV wordt gevoerd.
Dat Nantes nu even met twee punten uit zes duels onderaan staat, zegt Gerets dan ook niets. "Ook PSV is haperend begonnen. Bij Nantes is het nog wat erger, maar ik heb twee wedstrijden gezien die ze hadden moeten winnen: dat scheelt zes punten. De eerste helft tegen Bastia was zelfs indrukwekkend. Als alle spelers goed in hun vel zitten, is Nantes in staat de bal heel snel te laten circuleren. Ze kunnen op dit moment hun top niet halen, maar dat kan PSV ook niet. Ik reken me dus niet rijk. Staar je je blind op zo'n ranglijst, dan gaan we onherroepelijk onderuit."
Waarna Gerets plotseling een irritatiegrens bereikte. Zijn kalme stem beklom de toonladder in vogelvlucht toen het geschuif met zijn spitsen andermaal ter sprake kwam. Over de wissel van Mateja Kezman tegen Fortuna Sittard zei hij: "Die discussie wordt voor negentig procent door de media gevoerd, voor tien procent door PSV. Kezza zag een dag na de wedstrijd ook in dat het elftal zich goed hersteld heeft in de tweede helft. We hebben de situatie goed onder controle en zijn professioneel bezig."
Het is een aanpak die in de grote landen heel gebruikelijk is, betoogde Gerets. "In Engeland, Spanje en Italië zitten ook topspelers op de bank. Die gaan daar anders mee om. Ik merk in Nederland dat het voor de spelers in kwestie elke keer weer een mentale klap is. Het is niet plezierig om mijn beste speler van vorig jaar (Vogel) en mijn topscorer te wisselen. Maar dat doe ik omdat ik denk op zo'n moment een beslissing te forceren. En dan kijk ik niet naar namen."