OSLO - De Noorse sociaal-democratische Arbeiderspartij, traditiegetrouw de grootste partij in Noorwegen, heeft gisteren bij de parlementsverkiezingen een catastrofale nederlaag geleden. De kans is groot dat de regerende partij van premier Jens Stoltenberg, die de afgelopen decennia overwegend aan de macht is geweest, plaats moet maken voor een rechtse regering.
De partij van Stoltenberg behaalde volgens sommige peilingen zelfs minder dan 25 procent van de stemmen. Dit was weliswaar een paar procent meer dan de Conservatieve Partij, maar tevens het slechtste resultaat sinds 1927.
Toch bestaat er nog onzekerheid over wie er de komende vier jaar aan de macht komt. Drie scenario's zijn in principe mogelijk en zullen in de komende weken worden besproken. Zo zouden de conservatieven samen met de christen-democraten van ex-premier Bondevik en twee rechtse partijen een regering kunnen vormen. Maar tegelijkertijd is de regerende premier Jens Stoltenberg niet van plan om zich zonder slag of stoot terug te trekken.
De forse teruggang van de sociaal-democraten is voor een groot deel te wijten aan grote onvrede van de Noorse bevolking over de hoge belastingdruk en gebreken in de zorg en het onderwijs. • Jens Stoltenberg