DEN HAAG - Het stelsel van sociale zekerheid moet op de schop en worden vervangen door een systeem dat veel beter inspeelt op de moderne, individuele behoeften van werknemers. In dit nieuwe systeem is het mogelijk opgebouwde pensioenrechten nog tijdens het werkzame leven te gebruiken voor bijvoorbeeld korte of langdurige scholing en het opnemen van allerlei verlofperioden.
Zo kunnen de individuele keuzemogelijkheden van werknemers tussen werken, zorgen, scholing en vrije tijd worden vergroot. Tegelijkertijd is het een prikkel voor honderdduizenden bijstandsgerechtigden, werklozen en arbeidsongeschikten, maar ook bijvoorbeeld vrouwen met kinderen, om (weer) aan het werk te gaan.
Dat staat in het binnenkort te publiceren rapport 'Levensloopbanen: gevolgen van veranderende arbeidspatronen' van een commissie van topeconomen van de Sociaal-Economische Raad (SER). De commissie onder leiding van prof.dr. K.P. Goudswaard mikt er op dat het advies dient als bouwsteen van een nieuw regeerakkoord na de Tweede-Kamerverkiezingen in mei 2002.
De commissie pleit ook voor een veel betere aansluiting van het beroepsonderwijs én het hoger en universitair onderwijs op het bedrijfsleven. Daartoe kan een 'vouchersysteem' worden ingevoerd, waarbij leerlingen en studenten met een soort bonnenboekje hun opleiding tijdelijk kunnen onderbreken om in een onderneming te werken, dan wel hun studie op een andere school of universiteit voortzetten. In ruil daarvoor zou dan wel het collegegeld voor het hoger onderwijs moeten stijgen, aldus de SER-commissie.
Maar primair moet de sociale zekerheid worden aangepakt, vindt de SER-commissie. Het nieuwe stelsel bestaat in de ogen van de topeconomen uit drie pijlers. De eerste pijler biedt werknemers niet meer dan een basisdekking tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Dat is dus veel minder riant dan de huidige ww en wao. Maar de premies kunnen dan omlaag.
In de tweede pijler kunnen werknemers via de cao per bedrijf of bedrijfstak individuele rechten opbouwen, zoals pensioenen. Ook kunnen zij zich hier bijverzekeren tegen werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid. De derde pijler bestaat uit aanvullende verzekeringen die werknemers zonder tussenkomst van hun werkgever afsluiten, bijvoorbeeld als extra appeltje voor de dorst.
In tegenstelling tot de huidige starheid in het sociale bestel mogen de verschillende verzekeringen in de tweede en derde pijler op een fiscaalvriendelijke manier worden gebruikt om te voldoen aan zich wijzigende individuele behoeften van werknemers en hun gezinnen. Krijgt een werknemer na verloop van tijd behoefte aan langdurig verlof, bijvoorbeeld om voor de kinderen te zorgen, dan mag hij of zij daarvoor naar eigen keuze een gedeelte van de opgebouwde rechten uit de tweede of derde pijler benutten. De SER-commissie noemt dat "een geïntegreerd spaarsysteem".
Belangrijk onderdeel van het plan is voorts een 'kredietfaciliteit'. Deze is bestemd ter bestrijding van de 'armoedeval' die ontstaat wanneer mensen met een uitkering een baan accepteren. Zij verliezen dan vaak allerlei subsidies, waardoor zij er netto op achteruitgaan. Voor deze groep, maar ook voor laagbetaalden en gezinnen met kinderen, kan er door de overheid en het bedrijfsleven bij wijze van tijdelijke inkomenssteun een fiscaalvriendelijke lening worden opgezet. Deze lening wordt in de loop van het werkzame leven, naarmate het reguliere inkomen stijgt, afgelost. "Dit geeft een forse prikkel tot arbeidsdeelname", aldus de SER-commissie.