DEN HAAG - Grote vastgoedbeleggers dreigen toegezegde miljardeninvesteringen in nieuwe woningbouwprojecten af te blazen.
Aanleiding is een knallende ruzie tussen huurders en verhuurders over de huurverhogingen voor de komende jaren. De vastgoedbeleggers zoals pensioenfondsen, verenigd in de IVBN, vrezen dat hun investeringen onvoldoende rendement zullen opleveren als die plannen doorgaan en haken daarom af.
Bovendien, vreest de IVBN, zal de door de overheid gewenste doorstroming van huurders naar een duurdere woning stagneert omdat prijsverschillen groter worden en het aanbod van woningen eenzijdiger wordt.
Dit blijkt uit een nog vertrouwelijk rapport dat staatssecretaris Remkes (Volkshuisvesting) woensdag krijgt aangeboden. Het advies van een speciale commissie van de huurders- en verhuurdersorganisaties die het huurbeleid onder de loep heeft genomen, is zwaar verdeeld.
Een meerderheid van de commissie, onder leiding van de Rotterdamse oud-wethouder Pim Vermeulen, zal de staatssecretaris voorstellen doen die erop neerkomen dat de huren voor woningen in de midden- en hogere klasse op de woningmarkt (tussen circa 850 en 1200 gulden per maand) nauwelijks omhoog mogen. De komende drie jaar zouden deze huren met hooguit de inflatie (volgend jaar circa 2,5 procent) mogen stijgen omdat zij al hoog genoeg zouden zijn. Sommige huren worden zelfs bevroren.
De huren van goedkopere woningen mogen wel omhoog met een percentage oplopend tot 4,5 procent (inflatie plus 2 procent). De allerlaagste categorie woningen met een huur tot een kleine 400 gulden mag zelfs met maximaal 30 gulden worden verhoogd, een stijging van 7,5 procent. In het huidige systeem geldt dit jaar voor alle woningen een maximale huurverhoging van 3,8 procent.
Dit nieuwe voorstel wordt gesteund door de Woonbond (huurders), Aedes (woningcorporaties), Vastgoed Belang (kleinere verhuurders) en een ambtelijke afvaardiging van het ministerie. De vijfde partij IVBN (de grote commerciële verhuurders) is het hier echter totaal mee oneens en vreest grote gevolgen voor de woningbouw in ons land.
De ruzie tussen de organisaties ontstond toen staatssecretaris Remkes hun vroeg een visie te ontwikkelen op het huurbeleid voor de korte termijn. De aanzet van de commissie was echter een eigen initiatief van huurders en verhuurders om een advies voor de langere termijn, vanaf 2004, te ontwikkelen. Zij waren de jaarlijkse ruzies in de Tweede Kamer over het huurbeleid en de daaruit voortvloeiende onzekerheid over de exacte huurverhoging spuugzat.
De partijen kwamen achter de schermen tot een compromis over een radicaal nieuw huurprijzensysteem voor de toekomst. Daarbij wordt het bestaande woningwaarderingsstelsel vervangen door een ingewikkeld, maar objectiever boxen-systeem waarbij alle huurwoningen opnieuw gewaardeerd worden. Vanwege dat succes vroeg staatssecretaris Remkes ook na te denken over het huurbeleid voor de komende drie jaar. Daar liep het overleg echter spaak.