AMSTERDAM - Een groeiend aantal effectenhuizen maakt zich zorgen over de laconieke houding van de Amsterdamse effectenbeurs ten aanzien van enkele wankelende beursgenoteerde ondernemingen, met name UPC. Hoewel de solvabiliteit van deze bedrijven volgens hen om een ingreep schreeuwt, blijft een veroordeling tot het zogeheten 'strafbankje' uit. "De regelgeving moet worden aangescherpt", meent Roel Gooskens, directeur research van HSBC Investment Bank.
|
De Amsterdamse effectenbeurs toont volgens analisten te weinig initiatief.
|
Zodra het eigen vermogen van een beursfonds structureel onder de nullijn duikt, is dat koersgevoelige informatie en dient het bedrijf de beursorganisatie daarvan onmiddellijk op de hoogte te brengen, waarna plaatsing op het strafbankje volgt.
Handel in het fonds blijft dan weliswaar nog mogelijk, maar de penibele financiële situatie wordt voor alle beleggers zichtbaar.
Dat het initiatief voor de gang naar het strafbankje bij de bedrijven zelf ligt, is volgens veel financieel analisten onjuist. "Dat komt op hetzelfde neer als vragen of de pleger van een moord zich vrijwillig wil melden", aldus één van hen. De beurs laat taken liggen, zo luidt de kritiek.
Kabelaar UPC wordt door de meesten genoemd als een fonds dat allang op het strafbankje had moeten plaatsnemen. "Argeloze beleggers kunnen denken dat het een aantrekkelijk geprijsd aandeel is. UPC is gewoon genoteerd, ze zijn niet failliet, dus waarom zouden ze niet instappen?"
Gooskens is het eens met de kritiek op het functioneren van de beurs. "De regelgeving dient te worden aangepast. Bedrijven zouden veel eerder moeten worden aangesproken bij twijfels over de solventie. Het heeft geen zin om te wachten tot het te laat is", aldus Gooskens.
Ook René Lokenberg, hoofd research bij Van der Hoop Effekten, is van mening dat de beurs een actievere rol zou moeten spelen. "Zodra een fonds niet langer lijkt te voldoen aan de door de beurs gestelde criteria, moet er een signaal afgegeven worden", stelt Lokenberg.
De beursorganisatie is niet erg onder de indruk van de kritiek van de markt. "Beleggers moeten wel zéér naïef zijn als ze nog steeds niet weten dat er iets aan de hand is met UPC. Dan hebben ze de laatste maanden geen enkele krant gelezen", zegt Robert Bakker, woordvoerder van Euronext Amsterdam. "Zodra bedrijven insolvabel raken, moeten zij dat zelf melden. Wij gaan niet bij voorbaat hun boeken controleren. Daar zouden 1500 boekhouders voor nodig zijn. Nou, die hebben we niet."
UPC stelt in een reactie dat zijn balans vier keer per jaar wordt opgemaakt. In dat geval zou de kabelaar pas op 14 november bij de publicatie van de resultaten over het derde kwartaal kenbaar maken dat het een negatief eigen vermogen heeft.