AMSTERDAM/NEW YORK - De twee zorgenkindjes van VendexKBB: Vroom & Dreesman en FAO Schwarz. De één als warenhuis in Nederland zonder duidelijke doelgroep als richtingloos bestempeld. De ander in de verenigde Staten een waar begrip onder het speelgoedminnende publiek. Beide dochters hebben over geïnteresseerde kijkers niet te klagen; de kopers blijven echter weg. Dus verkopen of houden lijkt nu de vraag.
Het lukt de V&D warenhuizen maar niet om een eigen plekje te veroveren. De afgelopen jaren hebben verschillende moderniseringsrondes niet het gewenste resultaat gebracht. Ook dit keer bleek tijdens de presentatie van de halfjaarcijfers weer dat V&D in het VendexKBB-scala er kleurloos bijstaat. Wat kan de keten, ingeklemt tussen Bijenkorf en Hema, bevrijden uit dit grijze-muizencricuit?
Sterker profileren, is een veel gehoorde reactie. "Ze moeten inderdaad accenten gaan creëren", meent detailhandelsdeskundige Pim van den Berg en vervolgt: "mensen moeten een reden hebben om speciaal naar V&D te gaan."
Zo'n vijf jaar geleden zag de organisatie zelf ook in dat het roer om moest. De warenhuizen, tot dat moment de lelijke eendjes in de vaderlandse winkelstraten werden getransformeerd tot alleszins behoorlijke zwanen. De winkels werden mooier, de volstrekt verouderde bruin/gele huiskleuren werden bij het grof vuil gezet en de la Place restaurants deden hun intrede. "Het gaat alleen allemaal te langzaam", vindt een analist van ING Barings. "De laatste winkels moeten nog omgebouwd worden en de eerste zijn alweer verouderd."
In de Amsterdamse vestiging lopen klanten zoekend rond. Maar op zoek waarnaar? "Geen idee", reageert een winkelende vrouw. "Ik ga hier regelmatig naar binnen, maar eerlijk gezegd koop ik bijna nooit iets", zo geeft zij toe.
Volgens de marktkenner ligt hier dan ook een groot probleem voor het detailhandelsconcern. "De consument weet niet waar V&D voor staat. Op wie richt het bedrijf zich eigenlijk? Ik weet het ook niet."
Toch heeft het Nederlandse zorgenkindje van VendexKBB ook betere tijden gekend. "De concurrentie neemt de laatste tijd natuurlijk enorm toe", zegt Van den Berg. Vooral op modegebied, een zeer belangrijke activiteit voor de detaillist, komen ze nieuwe ketens als Hennes & Mauritz, Mango en Zara tegen. De deskundige meent dan ook dat ze niet te mode-afhankelijk moeten worden. Zusje De Bijenkorf heeft met veel merkkleding aanzienlijk minder last van de nieuwkomers op deze markt. Ondanks de toenemende problemen om het hoofd boven water te houden, lijkt de warenhuis-directie niet aan verkoop van de keten te denken. Ook de deskundigen raden dit af. "Er is absoluut markt voor warenhuizen. En juist voor een in het middensegment", meent Van den Berg, die vervolgt: "Het middensegment, dat zijn we toch allemaal.
Anders ligt het bij de Amerikaanse probleem-dochter FAO Schwarz. Analisten raden VendexKBB al jaren aan deze 'toko' van de hand te doen. Met deze speelgoedketen gaat het al lange tijd niet goed. Het bedrijf, dat verspreid over de VS 140 vestigingen telt met in totaal 1500 medewerkers, belandde in de eerste helft van dit jaar dieper in de rode cijfers. FAO Schwarz, slechts voor 2% omzetbepalend bij Vendex, drukte het bedrijfsresultaat van de Nederlandse moeder met 19,9 miljoen. Het vlaggenschip aan Fifth Avenue in New York, schuin tegenover Central Park, geldt als een ware toeristische topattractie. In het hoogseizoen staat het publiek soms rijen dik voor de ingang, terwijl een grappig uitgedoste portier de bezoekers vermaakt voordat zij binnentreden in het New Yorkse speelgoedwalhalla, waar levensgrote pluche beren neerkijken op het live entertainment van de personeelsleden die vaak de allernieuwste gadgets demonstreren. Het opmerkelijke winkelconcept is ontsproten aan het brein van de succesvolle zakenman Peter Harris, die samen met een beleggingspartner FAO Schwarz opkocht in 1985 toen het bedrijf aan de rand van de afgrond balanceerde. Hij toverde de zaak om in een 'unieke, eersteklas shopping experience,' zoals Jim Silver, uitgever van het handelsmagazine 'The Toy Book', het omschrijft.
Harris verkocht FAO Schwarz in 1990 aan het KBB-concern. Hij bleef aan als topman tot 1992. Al vrij snel na de fusie met Vendex werd de keten in de etalage gezet. Zo maakte het concern in de zomer van 1999 bekend dat het afstoten van FAO Schwarz werd overwogen. De in 1862 door de Duitse immigrant Frederick August Otto Schwarz opgerichte speelgoedzaak was voor Vendex KBB niet 'noodzakelijkerwijs een strategisch belang', zo verklaarde voormalig topman Jan-Michiel Hessels. Toch had verkoop geen hoge prioriteit en werd door Vendex gezocht naar mogelijkheden om het bedrijf winstgevend te maken.
Volgens 'Toy Book'-uitgever Jim Silver is FAO Schwarz een waar monument voor de speelgoedindustrie. "Deze zaak heeft gewoon een heel eigen, exclusief karakter dat behouden zou moeten blijven", aldus de marktkenner, die meent dat het bedrijf alleen al door de kleinschalige opzet niet is opgewassen tegen de elkaar steeds meer op leven en dood beconcurrerende massazaken als Toys "R" Us en KB Toys. Volgens Silver is er in het 'speelgoed- circuit' nog geen naam gevallen van een serieuze gegadigde voor FAO Schwarz.