ASSEN - Het was een even fraai als veelzeggend staaltje zelfspot dat Superbike-coureur Ruben Xaus in Assen opvoerde. De Spaanse winnaar van de laatste Superbike-race, vorige week op het Duitse Oschersleben-circuit, wond tijdens de persconferentie voorafgaand aan de WK-race van komend weekeinde, geen doekjes om de populariteit die hij dankzij de Duitse zegetocht en zijn eerdere prestaties in eigen land geniet. "Niemand in Spanje weet wie ik ben; als ik over straat loop, kijkt er echt niemand op of om hoor. Ach, je moet het van de positieve kant bekijken; ik kan me in eigen land gewoon laten gaan, beetje stappen en lekker met de meisjes rotzooien. Niemand die erover schrijft of er iets van zegt."

Troy Bayliss (Foto: dagblad de telegraaf)

De bij de monoloog van Xaus aanwezige Superbike-collega's schoten spontaan in de lach. Toch moeten zij allemaal diep in hun hartje balen van de relatieve onbekendheid die hun tak van motorsport geniet. Waar hun Grand Prix-collega's uitgroeien tot rijkelijk beloonde mondiale vedetten, werken de Superbike-coureurs in betrekkelijke anonimiteit hun rondjes op de circuits af. Natuurlijk, de tribunes zijn mede dankzij de spannende spektakelstukken waarin Superbike-races doorgaans uitmonden goed bezet en de coureurs verdienen met hun 'kunstje' een goed belegde boterham. Maar wie op zoek is naar vedette-status, voelt zich in het rennerskwartier van de Superbikes als een wichelaar in de woestijn.

Hetgeen Troy Bayliss zich maar al te goed realiseert. De Australiër meldde zich gisteren in Assen als koploper in de WK-strijd en is met nog vier WK-manches te gaan (de Superbike-coureurs rijden twee manches per evenement) de te kloppen man. Assen en de Italiaanse WK-race (over drie weken) scheiden hem nog van de roem, die in het geval van Bayliss verre van eeuwig zal zijn. "We doen het ook niet voor de eeuwige roem, we rijden Superbikes omdat het simpelweg de mooiste motoren ter wereld zijn", aldus de 32-jarige Ducati-coureur. "In Australië weten de mensen inmiddels wel wie ik ben, maar ik kan rustig over straat lopen zonder lastig te worden gevallen."

De vergelijking met zijn landgenoten Mick Doohan en Wayne Gardner, goed voor vele wereldtitels en Grand Prix-overwinningen in de 500cc-klasse, gaat dan ook volledig mank. Het GP-circus heeft nu eenmaal meer status en uitstraling, met alle bijbehorende voordelen (en nadelen) van dien. Bayliss geeft toe met een schuin oog naar die GP-wereld te kijken, waarbij hij wel benadrukt dat de ophanden zijnde 'revolutie' in de wegrace daarbij een belangrijke rol speelt. Het grootste verschil tussen de GP-motoren en de Superbikes was tot nu toe immers de gebruikte tweetakt- (GP's) en viertaktmotoren (Superbikes). Met ingang van 2002 laat het GP-circus echter ook viertaktmotoren toe en Bayliss ziet dankzij die verandering in de toekomst een rol voor hem weggelegd in de Grands Prix. "Maar dan wel op zo'n prachtige viertaktmachine. Let op mijn woorden, de viertakten hebben de toekomst, ook in de GP1 (500cc-klasse)."

Dit seizoen is zijn aandacht echter nog volledig gericht op de strijd in het WK voor Superbikes, waarin regerend wereldkampioen Colin Edwards, tweede in de huidige WK- stand, en de als derde geklasseerde Ben Bostrom zijn voornaamste concurrenten zijn. Vooral Bostrom is op zijn Ducati aan een indrukwekkende opmars bezig. De Amerikaan won vijf van de laatste zeven manches en als hij in de eerste helft van het seizoen niet zes 'nul-resultaten' had gescoord, zou hij ongetwijfeld als WK-koploper in Assen zijn gearriveerd. Die eer komt nu toe aan Bayliss, die daar vooral staat dankzij zijn constantheid. Net als de 24 punten achter hem gerangschikte Edwards (Honda) scoorde Bayliss dit jaar in 20 van de 22 races punten en beide kemphanen wonnen vier manches.

"Omdat ik die voorsprong van 24 punten heb, zou ik verdedigend kunnen gaan racen, maar zo zit ik niet in elkaar", aldus Bayliss. "Daarbij heb ik in Assen nog wat goed te maken." De Australiër doelt op zijn optreden van vorig jaar, toen hij zich tijdens de trainingen vlak achter Edwards als tweede kwalificeerde, maar in beide manches onderuit schoof. "Toen heb ik 50 punten verspeeld, zoveel ga ik er dit weekeinde echt niet weggeven."

zoek naar gerelateerde artikelen

vr 7 september 2001