NEW YORK - Op Wall Street keerde gisteren na een donkere periode het sentiment. Meevallende cijfers over de index van inkoopmanagers gaven de Dow een duw in de rug. De rally werd echter in de knop gebroken, waardoor uiteindelijk een winstje resteerde van 0,5% op 9997,49 punten.
Met de terreinwinst werd de psychologisch belangrijke 10.000 puntengrens dus net niet doorbroken. Daar had het lange tijd wel naar uitgezien. Tussentijds noteerde de Dow ruim 2,2% hoger. De Nasdaq wist daarentegen in het geheel niet uit de malaise te komen. De technologiezware schermenbeurs sloot zelfs op de laagste stand van de dag: -1,9% op 1770,77 punten.
Stuwende kracht achter het herstel van de Dow was de index voor inkoopmanagers. Dit cijfer liet in augustus een hoger dan verwachte stijging zien van 43,6 (in juli) naar 47,9. Analisten hadden gerekend op een cijfer van 44. Overigens duidt een getal onder de 50 nog altijd op een vermindering van activiteiten.
Belangrijker was daarom het deelcijfer binnen deze index, dat de nieuwe orders voor de industrie meet. Dit cijfer klom namelijk wel tot boven de 50 en steeg tot 53,1 (juli: 46,3).
Het waren vooral industriële fondsen die van het nieuws profiteerden, maar om onduidelijke redenen zakte het optimisme in. De technologiesector moest het bezuren: de inkoopmanagersindex gaf namelijk aan dat de opwaartse trend niet voor de techsector geldt. Beleggers in de nieuwe economie kozen derhalve het hazenpad, daarbij extra aangemoedigd door de waarschuwende woorden van Ericsson. Het mobiele telefoniebedrijf voorziet in 2002 nog geen duidelijk marktherstel, aldus de topman. Het fonds sloot 19,5% lager.
En dan was daar de miljardenovername van Compaq door Hewlett-Packard. De overname wordt in aandelen betaald en dat was te merken: het aandeel HP duikelde met 18,7%, terwijl de stukken Compaq daardoor nog eens 10,3 weggleden. De combinatie HP en Compaq wordt de nummer twee in de wereld, achter IBM. Aandeelhouders IBM waren niet onder de indruk. Het Dow-fonds klom 1,5%.