BERLIJN - Hij is bezig aan zijn tweede jeugd. Troy Douglas, 38 jaar, maar na een gedwongen afwezigheid van twee jaar weer lopend met de gretigheid van een jonge hond. De sprinter uit Den Haag evenaarde gisteravond tijdens de Grand Prix in Berlijn zijn eigen, slechts twee weken oude nationale record op de 100 meter: 10,19 seconden. Douglas eindigde daarmee in de door de Nigeriaan Francis Obikwelu gewonnen race (9,98) als vierde, goed voor een bonus van ruim 11.000 gulden.
Voor Douglas betekende de wedstrijd in het Olympisch Stadion van Berlijn zijn vierde optreden in een tijdsbestek van negen dagen. Van vermoeidheid lijkt vooralsnog weinig te merken. "Ik leer van wedstrijden op dit niveau. Daar ga ik alleen maar harder van lopen", zei Douglas, die de afgelopen week met zijn trainer Henk Kraaijenhof vooral had gewerkt aan het eerste deel van zijn race, het onderdeel dat nog het meest voor verbetering in aanmerking komt. Gisteravond keek het 'enfant terrible' van de vaderlandse atletiek na dertig meter opnieuw tegen een achterstand op de rest van het veld aan, maar met zijn krachtige eindschot maakte hij veel goed. "Het kan nog harder."
De prestatiecurve van Douglas is opmerkelijk. Sinds hij eind juni zijn rentree op het internationale platform maakte, verbaast hij keer op keer met scherpe tijden. Bij de WK in Edmonton reikte hij tot de laatste zestien op de 100 meter, nadat hij in de series 10,09 had geklokt. Die tijd ging destijds door een defecte windmeter niet als record de boeken in. Zijn prestaties bieden perspectief voor de EK van volgend jaar in München. Daar is een podiumplaats op zowel de 100 als 200 meter zijn doel. "Volgens Joop Alberda (technisch directeur NOC*NSF, red.) gaat aan sportief succes een opleiding van tien jaar vooraf. Volgend seizoen is het tiende jaar dat ik met Henk werk. Ik droom nu al van een medaille. In principe wordt dat mijn laatste jaar, maar als het zo goed blijft gaan als nu, dan houd ik nog een slag om de arm. Zeg nooit nooit."
'Berlijn' was de afsluitende wedstrijd in de Golden League-cyclus. Atleten die tijdens de zeven wedstrijden minimaal vijf keer hun favoriete onderdeel wisten te winnen, mochten gisteravond de jackpot van vijftig kilogram goud, omgerekend ruim twee miljoen gulden, verdelen. Na Brussel de voorlaatste wedstrijd in de Golden League waren alleen de Roemeense Violeta Szekely (1500 meter) en Marion Jones (100 meter) zeker van een greep in de jackpot. In Berlijn kwamen er nog vier bij: Allen Johnson (110 m horden), Hicham El Guerrouj (1500 m/mijl/2000 m), Olga Yegorova (3000/5000 m) en Andre Bucher (800 m). Yegorova begin juli betrapt op EPO, maar desondanks door de IAAF vrijgesproken liep op de 5000 meter met 14.29,32 het Europees record van haar grote rivale Gabriela Szabo uit de boeken. El Guerrouj had zich vooraf een verbetering van zijn eigen, twee jaar oude wereldrecord (4.44,79) op de incourante 2000 meter ten doel gesteld. Dat laatste zat er niet in, maar hij won wel: 4.51,17. In dezelfde race kwam ook Gert-Jan Liefers in actie. De Arnhemmer, die vorige week in Brussel een sterk seizoen al bekroonde met een Nederlands record op de 1500 meter (3.32,89), eindigde als vierde. Met zijn tijd van 4.56,56 bleef hij ruim onder het inmiddels klassieke nationale record van Joost Borm (5.01,27 uit '82).
Het was gisteren waarschijnlijk de laatste maal dat de Golden League in veel Europese landen achter de decoder bleef verborgen. Het aflopende contract met Canal+ zal zo goed als zeker niet worden verlengd. IAAF-voorzitter Lamine Diack sprak gisteren andermaal het verlangen uit om na vier anonieme jaren met de Golden League terug te keren op publieke net. Dat moet wel gebeuren in een afgeslankte vorm. De Golden League wordt van zeven naar vijf wedstrijden ingekrompen. In principe verliezen de Grands Prix van Rome en Monte Carlo hun bijzondere status. Voorts wordt, zo verklaarde Diack, met ingang van 2003 een promotie/degradatie-regeling van kracht.