DEN HAAG - PvdA-fractieleider Melkert wil in een volgend kabinet minder strenge regels op begrotingsgebied. Hij wil de Zalmnorm zodanig versoepelen dat met meevallers extra uitgaven kunnen worden gedaan.
De gedoodverfde nieuwe partijleider vindt dat als het begrotingsoverschot in een nieuwe regeerperiode boven 1 procent uitkomt, meevallers ook zouden moeten kunnen worden besteed aan zaken als onderwijs en telecommunicatie. In dat geval zou met de extra inkomsten een uitgavenreserve moeten worden gecreëerd die voor dit doel zou kunnen worden gebruikt.
Volgens Melkert hoeft het overschot immers niet hoger te zijn dan 1 procent, omdat een dergelijk overschot voldoende is om in 25 jaar de staatsschuld volledig af te lossen, zoals de doelstelling is. Ambtenaren van het ministerie van Financiën vinden daarentegen dat een andere invulling van de Zalmnorm pas bij een overschot van 3 procent aan de orde zou kunnen zijn.
CDA-Kamerlid Balkenende is blij met de opstelling van Melkert, omdat zijn partij al eerder pleitte voor de mogelijkheid om een kwart van de meevallers eventueel in extra uitgaven om te zetten en de rest voor aflossing van de staatsschuld te gebruiken.
De VVD, de grootste voorstander van het strikt handhaven van de in de Zalmnorm afgesproken scheiding van inkomsten en uitgaven, reageert terughoudend. Het liberale Kamerlid Van Beek rekent op een "interessant debat" in de komende verkiezingsstrijd, maar is wel tevreden dat de PvdA met een groei van 2,5 procent rekent.
De sociaal-democraten volgen daarmee volgens PvdA-Kamerlid Crone het advies van het Centraal Planbureau (CPB), dat weliswaar een groeiscenario van 2,25 procent heeft uitgerekend, maar tot dit cijfer komt via de aftrek van een kwart procent conjunctuurcorrectie.
"Ons hele verkiezingsprogramma is op die 2,25 procent doorgerekend, maar wij gaan er vanuit dat de conjunctuurcorrectie van 0,25 procent alsnog komt te vervallen nu we volgend jaar nog maar op 2 procent groei uitkomen", aldus Crone, die benadrukt dat zijn partij net zo behoedzaam zal rekenen als het CPB.