DEN HAAG - "Een illusie en absoluut niet sociaal", zo omschreef staatssecretaris Bos (Financiën) gisteren de wens die in een deel van de Tweede Kamer leeft om over enkele jaren een systeem met één belastingtarief in te voeren. De bewindsman wond er dan ook geen doekjes om bij de presentatie van de verkenning die het kabinet heeft uitgevoerd op het gebied van belastingen en premies. "Als je radicaal richting de invoering van een 'vlaktaks' gaat, zijn de inkomenseffecten echt zeer groot."
De recente megaoperatie waarmee het nieuwe belastingstelsel 2001 werd ingevoerd, zou totaal verbleken bij de invoering van een vlaktaks-stelsel, waarbij radicaal gesnoeid moet worden in de nu nog beschikbare fiscale aftrekposten.
Wanneer wordt gekeken naar de aftrekposten die nu nog beschikbaar zijn om een vlakke belasting te kunnen financieren, is volgens Bos in principe ruim 37 miljard gulden beschikbaar om de belastingtarieven te verlagen. In plaats van de vier schijven van respectievelijk 32,35, 37,6, 42 en 52%, zou dit in een uniform tarief van 29,4% kunnen uitmonden.
Vooral het schrappen van de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait levert met per saldo 13,4 miljard gulden een belangrijke bijdrage aan de financiering van de vlaktaks van 29,4%.
Ook het schrappen van de pas dit jaar ingevoerde arbeidskorting (11,8 miljard) maakt de forse belastingverlaging mogelijk, terwijl ook het schrappen van de kinderkorting, spaarloonregeling, zelfstandigenaftrek en de vrijstellingen in box 3 ieder meer dan één miljard gulden opleveren. De enige belangrijke aftrekpost die in de berekeningen van het kabinet blijft bestaan, is de zogenaamde omkeerregel bij de pensioenpremies, omdat de opbouw van een adequate oude dag hierbij van belang is.
De resultaten van deze megaoperatie zijn echter enorm. "Daar word je niet blij van", aldus Bos, die vreest dat er weer enorme hoeveelheden geld moeten worden geïnvesteerd om de effecten teniet te doen.
Zo ontstaan enorm afwijkende koopkrachtplaatjes, die uiteenlopen van -25,5% voor een zelfstandige alleenstaande met een minimumloon tot een koopkrachtplus van 12,6% voor een alleenverdiener met kinderen die drie keer modaal verdient.
Uit de berekeningen van Financiën blijkt dat burgers met lage inkomens over het algemeen fors inleveren, terwijl de hogere inkomens veelal een voordeel genieten, dat flink kan oplopen. De groep 65-plussers schiet overal in de min, terwijl mensen met een lage uitkering juist een kleine koopkrachtwinst boeken.
Een klein bijkomstig voordeel van de vlaktaks is wel dat het belastingtarief in box 1 dichter bij dat in vermogensbox 3 komt te liggen, waardoor het zogenaamde box-hoppen minder aantrekkelijk wordt.
Vanwege de weinig realistische uitkomsten van de vlaktaks-berekening heeft Bos ook nog een tweede fiscale variant uitgewerkt, waarbij met dezelfde financieringsbronnen de belastingtarieven wel naar elkaar toe kruipen maar geen sprake is van eenzelfde tarief. De eerste schijf is in dat geval 26,5% tot een inkomen van 62.750, terwijl daarboven 40% belasting wordt geheven.
Voor de meeste lage inkomens is deze variant een stuk gunstiger en in veel gevallen ook beter dan de huidige belastingtarieven. De hogere inkomens komen er echter slechter vanaf omdat tegenover het vervallen van een groot aantal aftrekposten een niet al te grote verlaging van het belastingtarief staat.
Ook hier zijn het met name de zelfstandigen die ongeacht een hoog of laag inkomen de rekening betalen, terwijl minima met een uitkering of aow zonder aanvullend pensioen profiteren met 2 tot 8% koopkrachtwinst.
Burgers met hogere inkomens zien hun koopkracht echter met procenten tegelijk dalen ten opzichte van de huidige situatie, terwijl met name ook 65-plussers met een flink aanvullend pensioen tegen een netto inkomensdaling van zo'n 17% oplopen.
Hoewel de berekeningen aantonen dat een vlaktaks of een benadering daarvan forse effecten op de inkomensverhoudingen heeft, wil Bos de komende jaren toch toewerken naar een verdere vervlakking van de belastingtarieven. Door de tarieven langzaam wat dichter bij elkaar te brengen, kunnen volgens de bewindsman vooral gunstige effecten op de arbeidsmarkt worden gecreëerd doordat (meer) werken beter gaat lonen.
Het CDA, de enige partij die tot nu toe een eigen vlaktaks-plan heeft gepresenteerd kreeg gisteren een enorme veeg uit de pan van het kabinet.
Volgens Bos heeft het CDA verzuimt een goede budgettaire doorrekening van het voorgestelde uniforme tarief van 35% gemaakt en leveren de plannen in principe een gat van vijf miljard gulden in de begroting op. Ook andere door het CDA uitgerekende varianten leveren volgens Financiën een fors budgettair tekort op.
Ook de verhoging van het btw-tarief met 2% tot 21% is volgens Bos ondoordacht, omdat dit met name mensen met een laag inkomen stevig kan raken.
Daarnaast doet het CDA volgens Financiën het effect van de invoering van een vlakke belasting weer teniet door een aantal heffingskortingen en aftrekposten juist weer inkomensafhankelijk te maken. Bos meent dat daarmee in feite nog steeds sprake is van een progressief tarief.