AMSTERDAM - Ahold start opnieuw met een soort Miro-formule. Al begin volgend jaar opent de Zaanse grootgrutter de deuren van vier hypermarkten, waar ook non-food producten centraal staan. In totaal moet Nederland binnen enkele jaren maar liefst 50 van deze mega-supers tellen.
"We zijn de laatste tijd in het buitenland stevig expertise aan het opbouwen met hele grote winkels en non-food", zegt Jan Andreae, lid van de raad van bestuur van Ahold en verantwoordelijk voor de Europese activiteiten van het concern. Terwijl hij rondwandelt in een hypermarkt in Polen vervolgt hij: "Deze kennis brengen we over naar Nederland. Dit is dan ook meteen het grote verschil met onze werkwijze tien jaar geleden. Toen brachten we vanuit het thuisland met Miro, ervaring naar buiten."
Vooral Scandinavië geldt voor de supermarktreus als proeftuin. Eind 1999 werd al een joint-venture gesloten met ICA, de grootste supermarktketen van Scandinavië en deze week werd een samenwerkingsverband aangekondigd met het Deense Dansk Supermarked. Hierdoor heeft Ahold in de Scandinavische landen discount-winkels, hypermarkten, supermarkten en gemakswinkels bij benzinestations in haar bezit.
"Met name de non-food expertise van Dansk betekent voor ons een toevoeging. De stichter van de Deense keten heeft jarenlang een soort Bijenkorf in zijn bezit gehad. De kennis van dergelijke artikelen is bij deze organisatie dan ook zeer groot", weet Andreae, die hier ook duidelijk veel mogelijkheden voor Nederland ziet. "Het betekent overigens niet dat we straks een warenhuis a la Bijenkorf onder de Albert Heijn vlag willen neerzetten", zo vult hij snel aan. Bovendien zal de hypermarkt in Nederland kleiner van schaal zijn dan de mega-supers zoals we die in Frankrijk kennen.
"Hoe ver de assortimentsuitbreiding van non-food in de hele grote supermarkten dan wel gaat? Nou, je kunt bijvoorbeeld denken aan textiel. Niet dat wij C&A gaan nabouwen in onze winkels, maar seizoensgebonden kleding en sportuitrustingen zullen er wel komen", stelt de topman. Ook wil het concern nog meer dagelijkse gebruiksartikelen als koffiezetapparaten, bestek en servies aanbieden. "Maar ook het entertainment-segment met onder meer boeken en cd's wordt de komende jaren flink uitgebreid."
Het verschil met een warenhuis? Bij ons doe je boodschappen en ga je niet zonder iets gekocht te hebben de deur uit. In een warenhuis als Bijenkorf of V&D winkel je, het zogeheten fun-shopping. Met lege handen de winkel verlaten, is daar niet vreemd", legt Andreae uit.
De eerste mega-supermarkten in Nederland zien begin volgend jaar in Ede, Arnhem, Alkmaar en Venlo het levenslicht. Dit zijn voormalige A&P-winkels waarvan het levensmiddelenconcern er drie van Schuitema heeft overgenomen. Alleen de vestiging in Ede blijft in handen van de Ahold-dochter. "Ja, inderdaad het broertje en zusje stappen samen in het hypermarkt-avontuur", aldus de topman.
Behalve de hele grote supermarkten zijn ook discountwinkels sterk vertegenwoordigd bij de Scandinavische ketens. Op de vraag of we straks ook een discounter als Aldi of Lidl onder de vlag van Albert Heijn kunnen verwachten, is Andreae duidelijk: "Dat zou niet slim zijn." En vervolgt: "Als je in hard-discount gaat, moet je aan een andere naam denken. Albert Heijn en C1000 zijn beide namen die sterk verankerd zijn in de Nederlandse samenleving. Het is verwarrend als ook ineens een prijsvechter onder deze namen gaat opereren." Toch verwacht het bestuurslid niet dat zijn onderneming behoefte heeft aan een activiteit in het laagste segment.
De discount-formule wil de Zaanse grootgrutter duidelijk niet direct kopiëren, de gemakswinkels bij benzinestations hebben daarentegen wel alle aandacht. Na het verbreken van de 'kortstondige verloving' met oliereus Shell is de onderneming naarstig op zoek naar een nieuwe partner. In retail-land duiken hier en daar geluiden op dat de grootgrutter intensieve gesprekken voert met oliemaatschappij Esso. "We zijn in gesprek met benzinemaatschappijen", is alles wat Andreae daarop wil zeggen.
![[terug]](/krant/logos/terug.omlaag.gif){kind=small}