LONDEN - Iain Duncan Smith, een van de twee troonpretendenten van de Britse Conservatieve Partij, is in ernstige verlegenheid gebracht door een van zijn campagnemanagers, die banden blijkt te hebben met een extreem-rechtse partij.

Campagneleider Edgar Griffin is ontslagen en uit de partij gezet omdat zijn zoon Nick Griffin leider is van de extreem rechtse en racistische Britse Nationalistische Partij (BNP).

De BNP is de anti-immigrantenpartij de anti-immigrantenpartij die deels verantwoordelijk wordt gehouden voor de rassenonlusten in een aantal Noord-Engelse steden deze zomer. Ook de vrouw van Edgar Griffin heeft banden met de BNP. Zij stond bij de algemene verkiezingen van juni op de kandidatenlijst van de partij.

Volgens een krantenbericht van gisteren lijkt het erop dat ook Griffin sr. in de extreem-rechtse partij actief is. Toen een journalist de telefonische 'hotline' van de BNP belde, was het Edgar Griffin zelf die de telefoon opnam.

Conservatieven wezen er op dat Griffin geen belangrijke rol heeft gespeeld in de campagne van Duncan Smith, die zich ook zelf distantieerde van de opvattingen van de BNP.

Toch kan de euroscepticus Duncan Smith, die eerder deze week de steun kreeg van voormalig premier Margaret Thatcher, nog last ondervinden van de affaire. Medestanders van zijn opponent in de race om het Conservatieve partijleiderschap, de pro-Europese Kenneth Clarke, rekenen erop Duncan Smith verder in de (extreem) rechtse hoek te kunnen drukken. (Reuters/AP)

zoek naar gerelateerde artikelen

za 25 augustus 2001