VOORBURG - De werkloosheid onder Turken, Marokkanen en Surinamers is vorig jaar fors gedaald van 14 procent tot zo'n 10 procent. De werkloosheid onder autochtonen bleef stabiel op 3 procent. Daarmee is de werkloosheid onder deze allochtonen weliswaar nog steeds veel hoger dan onder autochtonen, maar het verschil is wel een stuk kleiner geworden.
Dat blijkt uit cijfers van het CBS. In 1998 was de werkloosheid onder deze groepen allochtonen nog 16 procent, tegenover 4 procent onder autochtonen. Het kabinet stelde zich toen ten doel dit verschil van 12 procent in vier jaar tijd te halveren. Dat doel is nu dus al bijna bereikt.
De werkloosheid onder de 101.000 zielen tellende Turkse beroepsbevolking (mensen tussen 15 en 65 jaar, die 12 uur of meer per week werken of actief zoeken naar zulk werk) daalde vorig jaar van 13 tot 9 procent. Onder de Marokkaanse beroepsbevolking (67.000 mensen) liep de werkloosheid terug van 18 tot 13 procent en onder de Surinaamse beroepsbevolking (148.000 mensen) van 10 naar 9 procent.
Als ook de grote groep 'overige allochtonen' (734.000 mensen), zoals Belgen, Duitsers, Fransen en Engelsen wordt meegerekend, is de daling van de werkloosheid onder allochtonen veel minder spectaculair, namelijk van 9 tot 8 procent. In de groep 'overige allochtonen' bleef de werkloosheid vorig jaar gelijk op 7 procent.