AMSTELVEEN - Aardige overwinning, die 6-0 op Nieuw-Zeeland. Daar niet van. Negen punten uit drie wedstrijden en een doelsaldo van tien doelpunten voor en twee tegen, ook dáár had Marc Lammers, bondscoach van de Nederlandse hockeysters, in de aanloop naar de Champions Trophy in Amstelveen voor getekend. "Ongekend." En toch. Al te veel reden tot juichen had de opvolger van Tom van 't Hek gisteren (nog) niet. "Er kan nog van alles gebeuren."
Onder het kunstgras van het Wagener stadion schuilt namelijk een addertje dat Oranje wel eens tot schlemiel van de poulewedstrijden zou kunnen maken, zo berekende Lammers. De opmerkelijke 2-1 overwinning die Argentinië gisteren eerder op de dag boekte tegen olympisch kampioen Australië, zorgde er voor dat het ondanks de riante uitgangspositie nog allesbehalve zeker is of zijn formatie zich zondagmiddag om twee uur 's middags aan de rand van het Amsterdamse Bos meldt voor het spelen van de finale van de negende uitgave van het zeslandentoernooi. Van de drie landen die nog in aanmerking komen voor die twee plaatsen hebben Australië (tegen Nederland en Spanje) en Argentinië (tegen China en Nieuw Zeeland) het aanzienlijk eenvoudiger dan het gastland, dat achtereenvolgens Australië en China treft. Slechts bij een overwinning op de 'Hockeyroos', vanavond tegenstander van het Nederlands team, is Nederland verzekerd van een plaats in de finale. Bij ieder ander resultaat is de uitslag van laatste poulewedstrijd bepalend.
En juist de Aziatische hockeynatie in opkomst beschouwt Lammers als een gevaarlijke opponent, ondanks het feit dat China hem in de wedstrijden tegen Argentinië (0-2) en Australië (0-3) enigszins tegen viel. "Ze hebben wat problemen met de strafcorners en het afronden, maar desalniettemin vind ik het een sterke ploeg. Qua niveau zitten die Chinese vrouwen dicht bij de wereldtop. En dat is alleen maar goed voor het internationale hockey."
Het aantal van zes treffers, van de hand van Ageeth Boomgaardt, Fatima Moreira de Melo (beiden twee stuks), Dilianne van den Boogaard en Kirsten de Groot, had nog veel hoger kunnen uitpakken wanneer Oranje in de tweede helft de concentratie beter vast had weten te houden. Niet minder dan zes opeenvolgende strafcorners verprutste Nederland in de tweede helft, waarna Moreira de Melo in de laatste minuut de elfde korte hoekslag alsnog verzilverde en de eindstand op 6-0 bepaalde. Zaniken over de reeks missers was er bij Lammers echter niet bij. "Ik ben een perfectionist, maar voor deze ene keer zal ik het ze vergeven. Misschien dat ik er na dit toernooi een keertje op terug kom. Als we de finale op doelsaldo missen, bijvoorbeeld."
Hij kon zich wel iets voorstellen over het gebrek aan concentratie bij zijn ploeg in de tweede speldeel. "Probeer er na een ruststand van 5-0 maar eens in te vliegen. Dat is gewoon vreselijk moeilijk." Liever blikte hij terug op de eerste vijfendertig minuten. "Van bijzonder hoog niveau, zeker voor vrouwen", noemde hij die. Of op de uitvoering van de strafcorner, zijn stokpaardje. "Het is jammer dat we hier een reeks mogelijkheden hebben laten liggen. Maar anderzijds laat het zich ook betrekkelijk eenvoudig verklaren. Ten eerste is een goede strafcorner een kwestie van concentratie. En die was er, zoals gememoreerd, in de tweede helft niet. Bovendien staat of valt een goede uitvoering met ingeslepen patronen. En dat was al evenmin mogelijk, omdat ik besloten had veel door te wisselen. Al met al zitten we, tot op heden, met een score van zeven doelpunten uit twintig stafcorners ruim boven een gemiddelde van dertig procent. Zo'n moyenne is tijdens de Spelen van Sydney door geen enkel land behaald."